e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wapen wapen: waope (Sittard) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
wapenschild schild: sjild (Sittard) een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
warkruid warrank: idiosyncr.  warrank (Sittard) Warkruid (cuscuta europaea 30 tot 140 cm grote plant. Eenjarige windende woekerplant zonder bladgroen; de stengels zijn dun, met zuignapjes, vaak rood van kleur; de bladeren zijn schubvormig; de bloemen groeien in kleine, dichte hoofdjes en zijn klokvor [N 92 (1982)] III-4-3
warm weerx duf weer: duf waer (Sittard), warm (weer): werm (Sittard, ... ), zwoel (weer): sjwèùl (Sittard) warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was bijenwas: biǝwas (Sittard), was: wesj (Sittard) Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] || wasch [SGV (1914)] II-6, III-2-1
wasbord wasbred: wésjbraet (Sittard), wɛšbrēͅ.t (Sittard) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] || wasbord III-2-1
wasgoed was: wesj (Sittard), wɛš (Sittard) was || wasgoed III-2-1
wasketel wastijn: wɛšti.n (Sittard) wastobbe III-2-1
wasknijper wasklam: wɛšklam (Sittard), waspinnetje: wɛšpenkə (Sittard) wasknijper III-2-1
waskom lampetkan: lampëtkan (Sittard), lampetkomp: lampëtkómp (Sittard), waskomp: wɛško.mp (Sittard) lampetkan || lampetkom || waskom III-2-1