e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bonen- of erwtenstro bonenstro: boonesjtreu (Sittard) I-7
bonenkruid bonenkruid: ideosyncr.  booenkroet (Sittard), bonenkruidje: boonekrutje (Sittard), ideosyncr.  bonekrutje (Sittard, ... ), boonkruid: ideosyncr.  booenkroet (Sittard) bonenkruid || Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bont als apart kledingstuk pels: pels (Sittard, ... ), vos: vos (Sittard) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont en blauw slaan bont en blauw slaan: bontj ɛn blāuw Xəsjlāgə (Sittard) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bont geruite langwerpige omslagdoek plag: gedragen na het huwelijk  plak (Sittard), plaggetje: pläkske (Sittard), sjaal: shawl (Sittard) omslagdoek, bont geruite langwerpige (stola-achtige) ~ voor meisjes [bonte nuzzik] [N 25 (1964)] III-1-3
bonte kraai grijze kraai: gries kròò (Sittard) kraai, bonte — III-4-1
bonte specht, specht specht: sjpech (Sittard) specht, bonte ~ (23 / 14,5 zwart-wit; grote soort is vrij gewoon, kleine soort zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
bontkraag bontkraag: bontkraag (Sittard), pelsje: pelske (Sittard), pelskraag: pelskraag (Sittard) kraag van bont [N 23 (1964)] III-1-3
bontmantel bontmantel: bontmantjel (Sittard), boontjmantjel (Sittard), bōntjmantjel (Sittard), pelsjas: pëlsjas (Sittard), pelsmantel: pelsmantjel (Sittard) bontmantel [N 23 (1964)] || pelsjas III-1-3
bonzen bonzen: bónze (Sittard) hevig kloppen bijv. met de vuist op een deur [grollen, bonzen, dokkeren] [N 91 (1982)] III-4-4