e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham (kinderwoord) bam: bam (Sittard, ... ), kindertaal  bam (Sittard), bobbam: bôbam (Sittard) boterham || Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas boterham mit kaas: bòtram mit kees (Sittard), kaasbam: keesbam (Sittard, ... ), kaasboterham: keesbottram (Sittard) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet boterham met smout: bòtram mit sjmout (Sittard), vetboterham: vêtbottram (Sittard) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood weg en brood: wêk en brood (Sittard) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: bòtterhammewoosj (Sittard), boterhamworst: boterhamwoosj (Sittard), schinkenworst: sjénkewoosj (Sittard, ... ) boterhamworst [N 06 (1960)] || hamworst || hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
boterkorf boterkorf: bō.tǝrkø̜rǝf (Sittard) Rechthoekige mand met hengsel en aan de bovenzijde soms twee kleppen. Zie ook afb. 289. De boterkorf werd volgens het Venrays woordenboek (pag. 105) vroeger gebruikt door boeren om daarmee hun zelfgemaakte boter naar de markt te brengen. [N 20, 50; N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.] II-12
boterkussentje boterbabbelaar: booterbabbeléér (Sittard), boterbabbeltje: boterbebbelke (Sittard), karamel: carmel (Sittard), suikerbolletje: sookərbébölkə (Sittard) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
boterpot boterpot: booterpot (Sittard), boterpot (Sittard) boterpot || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje boterpot: booterpot (Sittard), boterschotel: boterschotel (Sittard), botervlootje: botervleutje (Sittard) botervloot || botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
bottelen bottelen: bǫtǝlǝ (Sittard) Het bier in flessen doen. Volgens de respondent uit Q 95 werd dit vroeger niet gedaan. [N 35, 91; monogr.] II-2