19657 |
dweilen |
dweilen:
dweile (Q020p Sittard),
dwijle (Q020p Sittard)
|
dweilen || stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwingen (Q020p Sittard),
dwènge (Q020p Sittard),
dwénge (Q020p Sittard),
pressen:
met punt op de eerste e
presse (Q020p Sittard)
|
dwingen || het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] || nopen [SGV (1914)] || persen, dwingen
III-1-4
|
33217 |
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel |
koksgaffel:
kǫksgafǝl (Q020p Sittard)
|
[N 18, 24]
I-5
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
eau de cologne (Q020p Sittard),
oodeklónj (Q020p Sittard)
|
Fr. eau de Cologne || reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
24957 |
eb, laagtij |
eb:
eb (Q020p Sittard),
ep (Q020p Sittard)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25024 |
echo |
echo:
echo (Q020p Sittard)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20394 |
echtgenoot |
man:
de man (Q020p Sittard),
man (Q020p Sittard)
|
[haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
de vrouw (Q020p Sittard),
vrou (Q020p Sittard)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || echtgenote
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
haarworm:
haorworm (Q020p Sittard)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
eid (Q020p Sittard),
eit (Q020p Sittard)
|
eed [SGV (1914)], [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|