e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
framboos framboos: framboo:s (Sittard), framboos (Sittard), framboos  framboo:s (Sittard), mv: -ze  frambooize (Sittard) [DC 13 (1945)]framboos I-7
franje franjel: fraanjel (Sittard, ... ), frānjǝl (Sittard) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frater noordsijs: naordsies (Sittard), nòòrtsies (Sittard) frater || sijs: frater (13,5 bruin, maar zonder rood en zwart van barmsijs [009]; zeldzaam op trek; meest nog in het westen [N 09 (1961)] III-4-1
freesbank, freesmachine frees: frē̜s (Sittard) Een werkbank waarop freeswerkzaamheden worden uitgevoerd. De freesbank bestaat uit een verstelbare tafel en een as waarop een frees, een cirkelvormige stalen schijf met fijne inkervingen of tanden, kan worden vastgezet. Wanneer de frees draait snijden de tanden of inkervingen zeer kleine spanen van het te bewerken metalen voorwerp af totdat dit de vereiste vorm heeft gekregen. Het werkstuk rust daarbij op de tafel. [N 33, 350a; monogr.] II-11
fris weer fris: frisj waer (Sittard), kil: kil (Sittard), nut weer: nöt waer (Sittard) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: fronse (Sittard) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten knatsen: knatsje (Sittard, ... ), knàtsjə (Sittard), snageren: sjnaagere (Sittard) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] || onrijp fruit eten III-2-3
fruit, ooft fruit: fruit (Sittard), ooft: äöf (Sittard) ooft I-7
fruitboom fruitboom: fruitboum (Sittard) fruitboom I-7
fruiten fruiten: fruiten (Sittard), smoren: sjmoore (Sittard), sjmoorə (Sittard) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3