e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gewillig gewillig: gewillich (Sittard), gewillig (Sittard) gewillig || graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewricht gewricht: gevrich (Sittard, ... ), gevrig (Sittard), wervel: wirvel (Sittard) gewricht [SGV (1914)] || gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezelschap kompel (<du.): kómpel (Sittard) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1
gezicht gezicht: bleik gezich (Sittard), gezich (Sittard), gezicht (Sittard, ... ) gezicht [DC 01 (1931)] || Gezicht, gelaat: het voorste gedeelte van het hoofd, beneden de grens van de haarinplanting, het aangezicht (gezicht, wezen, kroost, facie, smikkel). [N 84 (1981)] || hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakkes (Sittard), facie (<lat.): facie (Sittard), gezicht wie een aap: ei gezich wie ne aap (Sittard), gezicht wie een toet: ei gezich wie ein tuut van ne cent (Sittard), maske: maske (Sittard), muil: moel (Sittard), pones: pones (Sittard), snuits: sjnoets (Sittard) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
gezin huishouden: hoeshauwe (Sittard), konijns-pijp: kanienspiep (Sittard) huisgezin met veel kinderen || man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 87 (1981)] III-2-2
gezond gezondheid: gezónjtheit (Sittard) Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, nuver,eerlijk, gaaf, krek). [N 84 (1981)] III-1-2
gezongen mis gezongen mis: gezōnge mēs (Sittard) Een mis met liturgische gezangen. [N 96B (1989)] III-3-3
gezwad, regel gemaaid gras gemade/gemaai: gǝmā (Sittard  [(betekent ook 'zwad')]  ), gǝmāi̯ (Sittard), zwaard: šwārt (Sittard  [(betekent ook 'zwad')]  ) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3
gezwel blaar: blaor (Sittard), gezwel: ei gesjwel (Sittard), gesjwel (Sittard) gezwel [bel] [N 10 (1961)] III-1-2