32977 |
haver |
haver:
hāvǝr (Q020p Sittard)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
33386 |
haverkist, hakselkist |
haverkist:
[haver]kes (Q020p Sittard)
|
De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.]
I-6
|
20675 |
havermout |
havermout:
haavermout (Q020p Sittard),
haver mout (Q020p Sittard),
havermaut (Q020p Sittard),
havermout (Q020p Sittard)
|
Havermout [N 16 (1962)] || havermout [SGV (1914)]
III-2-3
|
20607 |
havermoutpap |
haverenmoutepap:
haaveremoutepap (Q020p Sittard),
havermoutpap:
havermoutpap (Q020p Sittard),
havermoutsepap:
havermoutsepap (Q020p Sittard),
havermoutspap:
havermoutspap (Q020p Sittard)
|
Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33994 |
haverzak |
muilzak:
mūlzak (Q020p Sittard)
|
Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.]
I-10
|
24167 |
havik |
valk:
valk (Q020p Sittard)
|
valk
III-4-1
|
24480 |
hazelaar |
hazenotenstruik:
assenootesjtroek (Q020p Sittard),
-
assenotesjtroek (Q020p Sittard)
|
hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
21000 |
hazelnoot |
hazenoot:
assenoot (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
-
assenoot (Q020p Sittard)
|
hazelnoot [SGV (1914)] || hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
24320 |
hazenleger |
leger:
laeger (Q020p Sittard),
leger (Q020p Sittard),
ideosyncr.
leger (Q020p Sittard)
|
Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] || leger, ligplaats ve haas [DC 54 (1979)]
III-4-2
|
19534 |
hecht van een mes |
handvat:
handjvat (Q020p Sittard),
heft:
hef (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
steel:
sjteel (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] || heft [SGV (1914)]
III-2-1
|