23740 |
heilig harttafeltje |
tafeltje:
töffelke (Q020p Sittard)
|
Pedestal, console, tafeltje waarop het H.Hartbeeld in de huiskamer staat [H.Harttafeltje, -töffelke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23544 |
heilige hostie |
heilige hostie (<lat.):
H. hostie (Q020p Sittard)
|
De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23391 |
heiligenbeeld |
heiligenbeeld:
heiligebilde (Q020p Sittard)
|
De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23656 |
heiligenmedaille |
medaille (<fr.):
medaaje (Q020p Sittard)
|
Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23751 |
heiligenprentje |
prentje:
prèntje (Q020p Sittard)
|
Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19044 |
heimwee |
heemwaarts:
heivisj (Q020p Sittard),
heimwee:
heimwee (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
heimwee || heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] || heimwee hebben [N 37 (1971)]
III-1-4
|
26734 |
heizode |
heiris:
hęi̯reš (Q020p Sittard)
|
Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.]
I-8
|
33725 |
hek |
veken:
vēkǝ (Q020p Sittard)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|
33726 |
hek aan de ingang van een wei |
barrier:
brēr (Q020p Sittard),
veken:
vē̜kǝ (Q020p Sittard),
vouwer:
vau̯ǝr (Q020p Sittard)
|
In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.]
I-8
|
19461 |
hek, hekwerk |
afrastering:
aafraastering (Q020p Sittard),
gitter (d.):
gitter (Q020p Sittard)
|
Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] || hek
III-2-1
|