20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
den trouw (Q020p Sittard)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20377 |
huwelijksgeschenk |
bruidsstuk:
broetsjtök (Q020p Sittard)
|
huwelijksgeschenk
III-2-2
|
20234 |
huwelijksuitzet |
uitzet:
oetzats (Q020p Sittard)
|
uitzet
III-2-2
|
20022 |
hyacint |
hyacint:
idiosyncr.
hyacint (Q020p Sittard)
|
Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hippeteik (Q020p Sittard)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21793 |
iemand graag mogen |
gaarne hebben:
gaer höbbe (Q020p Sittard),
goed kunnen hebben:
kan hen goud höbbe (Q020p Sittard)
|
iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19296 |
iemand hinderen |
hinderen:
hinjere (Q020p Sittard)
|
iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19232 |
iemand iets op het hart drukken |
de wacht aanzeggen:
de wach aanzègge (Q020p Sittard)
|
iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18941 |
iemand iets verwijten |
verwijten:
verwiete (Q020p Sittard)
|
iemand wijzen op een schuld of tekortkoming, of hem daarmee belasten [voorstoten, voorschieten, verwijten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18865 |
iemand kwaad maken |
pesten:
peste (Q020p Sittard)
|
iemand kwaad maken [tirtsen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|