20697 |
jus, vleesnat |
jus:
juu (Q020p Sittard),
zju (Q020p Sittard),
saus:
saus (Q020p Sittard),
sauws (Q020p Sittard),
saws (Q020p Sittard)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19811 |
juskom, sauskom |
sauskomp:
sauskómp (Q020p Sittard)
|
sauskom
III-2-1
|
18232 |
juweel |
bijouterie (<fr.):
bijouteries (Q020p Sittard),
juweel:
juweel (Q020p Sittard)
|
een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] || juwelen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17602 |
kaak |
bakkes:
bakkes (Q020p Sittard),
kaak:
kaak (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
kaak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
17603 |
kaakbeen(rand) |
raak:
de raak (Q020p Sittard)
|
kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17604 |
kaakgestel |
kakement:
kakement (Q020p Sittard)
|
kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
hij heeft de haren ingepakt:
hae haet de haore ingepak (Q020p Sittard),
kaalkop:
kaalkop (Q020p Sittard),
kale knikkerd:
kale knikkert (Q020p Sittard),
kletskop:
kletsjkop (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
maan:
māōn (Q020p Sittard),
platenkop:
plate kop (Q020p Sittard),
platekop (Q020p Sittard)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21047 |
kaam |
kaam/kamen:
kø̄mǝ (Q020p Sittard),
kø̜jmǝ (Q020p Sittard),
kø̜̄m (Q020p Sittard)
|
Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.]
II-2
|
20768 |
kaantjes |
krapjes:
krepkes (Q020p Sittard),
krèpkes (Q020p Sittard),
krépkes (Q020p Sittard),
krɛpkəs (Q020p Sittard),
krappen:
krappe (Q020p Sittard)
|
kaantje, uitgebakken stukjes vet of spek || vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)]
III-2-3
|
26500 |
kaar |
kaar:
kār (Q020p Sittard),
vruchtenkaar:
vrøxtǝkā.r (Q020p Sittard)
|
Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.]
II-3
|