e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffer koffer: kóffer (Sittard) koffer III-3-1
koffie caf: kaffe (Sittard), klemtoon op kaf Opp@ kaffee kömme: aan de koffietafel deelnemen; bedrogen uitkomen  kaf‧ē (Sittard), koffie: koffee (Sittard), tweeloodiger: in het gewone doen werd slechts een lood per kan gebruikt  tweelöödigger (Sittard) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || extra sterke koffie gemaakt van twee lood koffie || koffie [SGV (1914)] III-2-3
koffie zetten opschudden: Ich zal dich ëns ?nen drielöödigger opsjödde: ik zal een sterke kop koffie voor je zetten Eeme de kaffee opsjödde: iemand onderhande nemen  opsjödde (Sittard) koffie zetten III-2-3
koffiedik breuzelen: (drab van koffie).  brösele (Sittard), brozelen: broozel (Sittard), brozele (Sittard), caf-brozelen: kaffebroozele (Sittard), dras: (drab van koffie).  dras (Sittard), koffiebreuzelen: koffebreusele (Sittard), orten: Sjöt de orten éns van de kaffepot aaf: giet het koffiedik uit de koffiekan  orte (Sittard) droesem [SGV (1914)] || koffiedik [DC 47 (1972)], [SGV (1914)] || koffiedrab III-2-3
koffiekannetje bidon: bǝdǫŋ (Sittard), tuit: tø̄̄t (Sittard) Flesvormig, blauw gëmailleerd metalen koffiekannetje met beugelsluiting. [N 98, 13; monogr.] II-8
koffieloodje loodje: van een half en een heel lood  leutje (Sittard) ouderwets tweezijdig koffiemaatje III-2-1
koffiemolen kaffeemolen: ?t geit rónjt wie de kaffemeule: bij het aftellen voor een spel rondgaan in de draairichting van de koffiemolen  kaffemeule (Sittard), schot: sjaot (Sittard) koffiemolen || laatje van de koffiemolen III-2-1
koffiepot cafè-pot: kaffepot (Sittard, ... ), kaffiepot (Sittard), koffiespot: koffespot (Sittard), pot: pot (Sittard) koffiepot || pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koffiezeef, koffiefilter ramponeu: rampeno (Sittard), genaamd naar Ramponeaux exploitant van het cabaret Tabour Royal op Montmartre in de achtiende eeuw  rampenoo (Sittard) koffiefilter || koffiezeef III-2-1
kogel kogel: kōgǝl (Sittard, ... ) Bedoeld is de kogel die met behulp van het ouderwetse schietapparaat wordt afgeschoten. De respondent van L 413 merkt op dat die enkel voor runderen wordt gebruikt, Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5c; monogr.] || Het gewricht tussen pijp(been) en koot van een paard; ook bij een rund. Zie afbeelding 2.24. [N 8, 32.7, 32.15 en 32.16] I-9, II-1