24486 |
linde |
linde:
linj (Q020p Sittard),
lindeboom:
linjeboum (Q020p Sittard)
|
lindeboom
III-4-3
|
24821 |
lindeblad |
lindeblad:
linjeblaad (Q020p Sittard),
linjeblaar mv (Q020p Sittard)
|
lindeblad [SGV (1914)]
III-4-3
|
21478 |
liniaal |
lijn:
liēn (Q020p Sittard),
liniaal:
liniaal (Q020p Sittard)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || liniaal [SGV (1914)]
III-3-1
|
33765 |
linkerkant van het paard |
naar de manse zij:
nǭ dǝ mansǝ zi (Q020p Sittard)
|
Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
lɛŋks (Q020p Sittard)
|
Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
22888 |
linksachter |
linksback (<eng.):
lénksbek (Q020p Sittard)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22881 |
linksvoor |
linksbuiten:
lénksboete (Q020p Sittard)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
līnǝ (Q020p Sittard)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
19824 |
linnenkas |
lijnwaadskast:
lieveskas (Q020p Sittard)
|
linnenkas
III-2-1
|
19753 |
linnenkast |
lijnwaadskast:
lieveskas (Q020p Sittard)
|
linnenkast
III-2-1
|