e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
minnares houder: houër (Sittard), loeder: loeder (Sittard) concubine [N 37 (1971)] III-2-2
mis mis: mès (Sittard) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren drieherenmis: driehēre mēs (Sittard) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene dodenmis: doamēs (Sittard) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar misboek: mēsboak (Sittard) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdienaar: misdeiner (Sittard) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misintentie intentie: intentie (Sittard) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3
miskleren miskleren: mēskleyer (Sittard) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3
miskraam miskraam: miskraom (Sittard), misval: misval (Sittard) miskraam III-2-2
mismaakt misvormd: misvurmp (Sittard) mismaakt [SGV (1914)] III-1-2