33930 |
neusriem |
nazeriem:
nāsǝręi̯m (Q020p Sittard)
|
Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23]
I-10
|
18619 |
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden |
nevelskapje:
neevelskëpke (Q020p Sittard)
|
vrouwenmutsje met geplooide rand
III-1-3
|
20482 |
nicht |
nicht:
nich (Q020p Sittard)
|
nicht
III-2-2
|
17698 |
nier |
nier:
neier (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
neir (Q020p Sittard)
|
nier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34208 |
nierbekkenontsteking |
aan de nieren hebben:
(de koe heeft het) ān dǝ nęi̯ǝrǝ (Q020p Sittard)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34265 |
nieren |
nieren:
nei̯ǝrǝ (Q020p Sittard)
|
Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d]
I-11
|
34153 |
niet behouden |
niet gepakt:
nɛi̯t gǝpak (Q020p Sittard)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
34149 |
niet bevrucht |
gust:
gøst (Q020p Sittard),
leeg:
lē̜x (Q020p Sittard),
mans:
mau̯s (Q020p Sittard)
|
Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18]
I-11
|
24716 |
niet gedijen |
kwelend (omschr.):
ideosyncr. (? - onduidelijk)
kwaolend (Q020p Sittard),
niet aarden:
ideosyncr.
niet aarde (Q020p Sittard)
|
Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
slag:
šlāx (Q020p Sittard)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|