24904 |
poosje, tijd |
toos:
toes (Q020p Sittard),
tuurtje:
metanalyse het uurtje
tuurke (Q020p Sittard)
|
poos || poosje
III-4-4
|
34019 |
poot omhoog |
poot-op:
pōt˱ ǫp (Q020p Sittard)
|
Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k]
I-10
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
pootaardappelen:
poát[aardappelen] (Q020p Sittard),
pǭt[aardappelen] (Q020p Sittard)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
17953 |
pootjebaden |
pootjebaden:
peutje ba (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
peutje baa (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22806 |
pop |
pop:
en poop (Q020p Sittard),
mit de poppe sjpele (Q020p Sittard),
póp (Q020p Sittard)
|
Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop.
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
póp (Q020p Sittard)
|
wijfjesvogel
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poesjenellenspel:
poesjenellespel (Q020p Sittard),
poppenkast:
póppekas (Q020p Sittard),
Karte 353.
poppenkast (Q020p Sittard)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] || Poppenkast. || Puppentheater.
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canada:
kannendaal (Q020p Sittard),
ideosyncr.
caneda (Q020p Sittard),
papelwijde:
poapelwiej (Q020p Sittard),
piramide:
permie (Q020p Sittard)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || piramideboom || populier [SGV (1914)]
III-4-3
|
19849 |
porselein |
porselein:
pastǝlē̜jn (Q020p Sittard),
pastǝlęj.n (Q020p Sittard),
porselein (Q020p Sittard)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefui (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
Karte 74.
porte(-)feuille (Q020p Sittard)
|
Brieftasche || de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] || portefeuille
III-3-1
|