e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slechte drank merenpis: urine van merrie  maerepis (Sittard), scharrebier: sjarrebeier (Sittard) schraal bier || schraal, dun bier III-2-3
slechte koffie pensentergerd: gemaakt van bijna uitsluitend sichorei  peͅnsetɛrgərt (Sittard), schotelswater: vaatwater  sjootelswaater (Sittard) slechte kwaliteit koffie || smakeloze koffie, soep e.d. III-2-3
slechte speler kruk: kruk (Sittard) Een slechte speler [kruk]. [N 88 (1982)] III-3-2
slechtgehumeurd (zijn) knorrig: knórrig (Sittard) uit zijn humeur, brommig, knorrig [miezerig] [N 85 (1981)] III-1-4
slechtvalk duivenstoter: doevesjtûûter (Sittard), grote duivenstoter: grote doevesjteuter (Sittard), slechtvalk: s(j)lechvalk (Sittard) slechtvalk || valk: slechtvalk (40 grote uitgave van boomvalk [083]; alleen op trek en s winters; vangt grote vogels hoog in de lucht; zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
slee ijswagen: ieswaage (Sittard), ieswage (Sittard), slee: sjlei (Sittard, ... ), sjleij (Sittard) Een voertuig op twee evenwijdige metalen of met metaal beslagen ribben dat glijdend wordt voortbewogen over ijs of sneeuw [slee, slet, nar]. [N 88 (1982)] || IJsslede. || Prikslede. || slede [SGV (1914)] || Slede. III-3-2
sleedoorn sleedoorn: sjleidaore (Sittard), ideosyncr.  sjleedaor (Sittard), sjleedaur (Sittard), sjleedeur (Sittard), sleìdoorn (Sittard) De doornachtige heester met langwerpige bladeren en harde blauwe wrange vruchten (sleedoorn, sleepruin, sleien, trekkebek, bels, slendoorn, slien, biels). [N 82 (1981)] || sleedoorn III-4-3
sleep sleep: šlęjp (Sittard) Verzwaard raamwerk waarmee het oppervlak van de baan egaal werd gemaakt. Dit werk werd slepen - ēlēf\ Q 121b; ēlęjp\ Q 20 - genoemd. [monogr.] II-8
sleepboot sleepboot: sjleipboot (Sittard) een kleine, zeer sterke stoom- of motorboot die andere vaartuigen op sleeptouw neemt [sleepboot, sleper, toogboot] [N 90 (1982)] III-3-1
sleepcultivator, veertandeg ressort[eg]: rǝsǭ.r[eg] (Sittard) Bedoeld wordt het cultivatortype van afb. 79. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zij verwezen naar het vorige lemma. In het lemma ''eg'' vindt men ''eg'' en ''eg'' geduid. [JG 1a + 1b; N 11, 78b; N 11A, 150b; N J, 10] I-2