| 20713 |
boterham (kinderwoord) |
bam:
bam (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
kindertaal
bam (Q020p Sittard),
bobbam:
bôbam (Q020p Sittard)
|
boterham || Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20716 |
boterham met kaas |
boterham mit kaas:
bòtram mit kees (Q020p Sittard),
kaasbam:
keesbam (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
kaasboterham:
keesbottram (Q020p Sittard)
|
Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20715 |
boterham met vet |
boterham met smout:
bòtram mit sjmout (Q020p Sittard),
vetboterham:
vêtbottram (Q020p Sittard)
|
Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20754 |
boterham van wit en zwart brood |
weg en brood:
wêk en brood (Q020p Sittard)
|
Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20885 |
boterhamworst |
boterhammenworst:
bòtterhammewoosj (Q020p Sittard),
boterhamworst:
boterhamwoosj (Q020p Sittard),
schinkenworst:
sjénkewoosj (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
boterhamworst [N 06 (1960)] || hamworst || hamworst /schinken- [N 06 (1960)]
III-2-3
|
| 32556 |
boterkorf |
boterkorf:
bō.tǝrkø̜rǝf (Q020p Sittard)
|
Rechthoekige mand met hengsel en aan de bovenzijde soms twee kleppen. Zie ook afb. 289. De boterkorf werd volgens het Venrays woordenboek (pag. 105) vroeger gebruikt door boeren om daarmee hun zelfgemaakte boter naar de markt te brengen. [N 20, 50; N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.]
II-12
|
| 20553 |
boterkussentje |
boterbabbelaar:
booterbabbeléér (Q020p Sittard),
boterbabbeltje:
boterbebbelke (Q020p Sittard),
karamel:
carmel (Q020p Sittard),
suikerbolletje:
sookərbébölkə (Q020p Sittard)
|
boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 19549 |
boterpot |
boterpot:
booterpot (Q020p Sittard),
boterpot (Q020p Sittard)
|
boterpot || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19517 |
botervlootje |
boterpot:
booterpot (Q020p Sittard),
boterschotel:
boterschotel (Q020p Sittard),
botervlootje:
botervleutje (Q020p Sittard)
|
botervloot || botervlootje [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 25853 |
bottelen |
bottelen:
bǫtǝlǝ (Q020p Sittard)
|
Het bier in flessen doen. Volgens de respondent uit Q 95 werd dit vroeger niet gedaan. [N 35, 91; monogr.]
II-2
|