20913 |
champignon |
champignon:
idiosyncr.
champion (Q020p Sittard)
|
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19116 |
chic |
chic (fr.):
sjik (Q020p Sittard)
|
sjiek
III-1-4
|
20821 |
chocolade |
chocolade:
sjóklaat (Q020p Sittard),
drekchocolade:
drɛksjoklaat (Q020p Sittard),
flik:
flik (Q020p Sittard)
|
chocolade || chocolade van slechte kwaliteit || plat rond chocolaatje
III-2-3
|
23748 |
christoffelmedaille |
heilige christoffel:
H. Cristoffel (Q020p Sittard)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19943 |
chrysant |
chrysant:
idiosyncr.
krisant (Q020p Sittard),
katrienebloem:
idiosyncr.
katterienebloum (Q020p Sittard),
sintkatrienebloem:
sint kattrienebloum (Q020p Sittard)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
siboerie (Q020p Sittard)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
cichorei (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
sĭĕchooreij (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
moekkefoek:
mókkefók (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
paalsje:
paolsje (Q020p Sittard),
pensenterger:
pensenterger (Q020p Sittard),
sokkerij:
sokkerei (Q020p Sittard),
soəkkerei (Q020p Sittard),
sókkerei (Q020p Sittard),
suikerij:
sokkerei (Q020p Sittard),
soəkkerei (Q020p Sittard),
sŭkeree (Q020p Sittard),
gemalen wortel van de cichoreiplant
sókkerei (Q020p Sittard)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
circus:
circus (Q020p Sittard),
cirque (fr.):
sirk (Q020p Sittard)
|
Circus. || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sirkel (Q020p Sittard),
kring:
krènk (Q020p Sittard),
krénk (Q020p Sittard),
ring:
rénk (Q020p Sittard)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
20793 |
citroen |
citroen:
sintroen (Q020p Sittard)
|
citroen
III-2-3
|