e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
champignon champignon: idiosyncr.  champion (Sittard) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3
chic chic (fr.): sjik (Sittard) sjiek III-1-4
chocolade chocolade: sjóklaat (Sittard), drekchocolade: drɛksjoklaat (Sittard), flik: flik (Sittard) chocolade || chocolade van slechte kwaliteit || plat rond chocolaatje III-2-3
christoffelmedaille heilige christoffel: H. Cristoffel (Sittard) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
chrysant chrysant: idiosyncr.  krisant (Sittard), katrienebloem: idiosyncr.  katterienebloum (Sittard), sintkatrienebloem: sint kattrienebloum (Sittard) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)] III-2-1
ciborie ciborie (<lat.): siboerie (Sittard) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei cichorei: cichorei (Sittard, ... ), sĭĕchooreij (Sittard, ... ), moekkefoek: mókkefók (Sittard, ... ), paalsje: paolsje (Sittard), pensenterger: pensenterger (Sittard), sokkerij: sokkerei (Sittard), soəkkerei (Sittard), sókkerei (Sittard), suikerij: sokkerei (Sittard), soəkkerei (Sittard), sŭkeree (Sittard), gemalen wortel van de cichoreiplant  sókkerei (Sittard) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
circus circus: circus (Sittard), cirque (fr.): sirk (Sittard) Circus. || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: sirkel (Sittard), kring: krènk (Sittard), krénk (Sittard), ring: rénk (Sittard) cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
citroen citroen: sintroen (Sittard) citroen III-2-3