e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Slenaken

Overzicht

Gevonden: 320
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: mont (Slenaken), mŏnd (Slenaken) mond [RND] || Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] III-1-1
motor moter: motər (Slenaken), motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Slenaken) motor [RND] || motor (Duits Motorrad) III-3-1
motorfiets motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Slenaken) motor (Duits Motorrad) III-3-1
muts: algemeen pats: patš (Slenaken) pet, muts, klak [RND] III-1-3
naaien naaien: nęjǝ (Slenaken) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
nagel nagel: nagel (Slenaken) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gromǝt (Slenaken) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nauwgezet; nauwgezet persoon af: dàd iz ááf (Slenaken), juste: déé iz àltīēt jŭŭs (Slenaken), scrapuleus: déé iz àltīēt sjrəpəléús (Slenaken) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
nek nek: nak (Slenaken) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
neus neus: naas (Slenaken) neus [DC 01 (1931)] III-1-1