30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pȳmstiǝn (L212a Smakt)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
19079 |
raad |
raad:
raod (L212a Smakt)
|
raad, hulp, steun
III-1-4
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L212a Smakt)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
20801 |
raapstelenstamppot |
stelenmoes:
stelemoes (L212a Smakt)
|
stamppot van raapstelen
III-2-3
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
areg (L212a Smakt),
raar:
raar (L212a Smakt),
vreemd:
vrimd (L212a Smakt)
|
gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar, zonderling || vreemd, raar
III-1-4
|
19224 |
raden |
raden:
raoje (L212a Smakt)
|
raden, gissen
III-1-4
|
33577 |
radijs |
radijs:
redies (L212a Smakt)
|
radijs
I-7
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spinnejaeger (L212a Smakt)
|
ragebol
III-2-1
|
19433 |
ramen lappen |
afzemen:
áfzieëme (L212a Smakt),
zemen:
glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek
zieëme (L212a Smakt)
|
afzemen, met een zeem afdoen || zemen
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammel:
remmel (L212a Smakt)
|
rammelaar, mann. haas of konijn
III-2-1
|