id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34381 | schaap | schaap: sxǭp (Smakt) | Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12 |
33342 | schaapherder | scheper: sxiǝpǝr (Smakt) | [A 48, 18a; L 1, a-m; L 26, 32a; S 13; Wi 2; monogr.] I-6 |
24432 | schaatsenrijder | snijder: gesnaveld insect van de orde der hydrometridaee ploteres sneejer (Smakt) | waterloper, insect III-4-2 |
25189 | schaatsweer | schaatsweer: schetswaer (Smakt) | schaatsweer III-4-4 |
34115 | schede van de koe | vazel: vazǝl (Smakt) | Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11 |
32251 | scheluw | winds: wins (Smakt) | Gezegd van een plank of duig die scheef is doordat deze gekliefd is uit gedraaid hout. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N E, 3; monogr.] II-12 |
24897 | schemeren | schemeren: schiemere (Smakt), Opm. dit is oud Venrays! schieëmere (Smakt) | schemeren III-4-4 |
25023 | schemering, valavond | avondschemer: aovendschiemer (Smakt), halfduister: halfduuster (Smakt), schemer: schiemer (Smakt), Opm. dit is oud Venrays! schieëmer (Smakt), schemeravond: schiemeraovend (Smakt), schemerduister: schiemerduuster (Smakt) | avondschemering, valavond || schemer, halfduister || schemeravond III-4-4 |
20510 | schenkel | schenkel: schaenkel (Smakt) | schenkel III-2-3 |
19564 | schenkkan | karaf: keráf (Smakt) | karaf III-2-1 |