20497 |
veelvraat |
schrok:
sxrok (L212a Smakt),
schrokker:
sxrokər (L212a Smakt),
schrokkerd:
sxrokərt (L212a Smakt),
slokker:
sloeker (L212a Smakt),
vreetbeer:
vraetbaer (L212a Smakt, ...
L212a Smakt),
vrēͅtbēr (L212a Smakt),
vreetwolf:
vrēͅtwoͅlf (L212a Smakt),
vreter:
vrēͅtər (L212a Smakt),
vreterd:
vrēͅtərt (L212a Smakt)
|
mannelijke veelvraat || schrokkop || slokop || veelvraat || vreetzak || vrouwelijke veelvraat
III-2-3
|
24613 |
veenbes |
vembeer:
soort bosbes, vaccinium oxycoccus
vembeer (L212a Smakt)
|
veenbes
III-4-3
|
24262 |
veer |
veer:
vaer (L212a Smakt)
|
veer
III-4-1
|
19431 |
vegen, keren |
aanvegen:
ánvaege (L212a Smakt),
keren:
Gódde gij d\'n dael már kaere Iederieën kaert vur zien aege deur: het hemd is nader dan de rok
kaere (L212a Smakt),
schoonkeren:
schónkaere (L212a Smakt),
schoonvegen:
schónvaege (L212a Smakt),
uitvegen:
uutvaege (L212a Smakt),
vegen:
Vurdat gij wat gòt do‰n, mòtte uurst de stoep vaege
vaege (L212a Smakt)
|
aanvegen met handveger, bezem, stoffer || door vegen schoonmaken/ ontdoen van ongerechtigheden || schoonvegen met een bezem || schoonvegen met stoffer, bezem, doek || stof en vuil verwijderen met een bezem/veger
III-2-1
|
24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
leeuwerik:
lewwerek (L212a Smakt)
|
leeuwerik
III-4-1
|
33505 |
veldsla |
veldsalade:
veldslaaj (L212a Smakt)
|
bladsla
I-7
|
30336 |
vensterblinden |
blinden:
blindǝ (L212a Smakt
[(id)]
)
|
Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.]
II-9
|
19377 |
verdieping |
stock (d.):
stok (L212a Smakt),
òp de hoevulste stok wònde: op de hoeveelste verdieping woon jij
stok (L212a Smakt),
verdieping:
\'r mankieërt wat ien de bovveste verdieëping: er is iets niet in orde met het verstand
verdiēping (L212a Smakt)
|
etage || verdieping || verdieping, etage
III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
jammer:
jommer (L212a Smakt),
leed:
lieëd (L212a Smakt),
verdriet:
verdriēt (L212a Smakt)
|
leed, verdriet, ellende || verdriet || verdriet, leed
III-1-4
|
30596 |
verf |
verf:
vɛ̄rǝf (L212a Smakt)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|