30677 |
verfkrabber |
krebber:
krɛbǝr (L212a Smakt)
|
Werktuig om oude verflagen droog te verwijderen en afgebrand werk schoon te krabben. Verfkrabbers bestaan uit een haaks op een steel met handvat bevestigd blad, dat, afhankelijk van het werk, diverse vormen kan vertonen. De rand van het blad heeft een geslepen profiel. Zie ook afb. 97. [N 67, 56a; monogr.]
II-9
|
30735 |
verflaag |
verflaag:
vɛ̄rflǭx (L212a Smakt)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
30666 |
verfspuit |
verfspuit:
vɛ̄rfspø̜̄t (L212a Smakt)
|
Toestel waarmee verf als nevel op het te verven oppervlak wordt gespoten. Zie ook afb. 94. Het woordtype 'mondspritsje' werd in Q 121 gebruikt voor een mondspuitje, een glazen potje vanwaaruit de verf met de mond op het te schilderen voorwerp gespoten werd. Het werktuig werd gebruikt om op wanden met behulp van een sjabloon een motief aan te brengen. [N 67, 51; monogr.; div.]
II-9
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergaetaechteg (L212a Smakt)
|
vergeetachtig
III-1-4
|
19151 |
vergeten |
vergeten:
vergaete (L212a Smakt)
|
vergeten
III-1-4
|
19370 |
verhuizen |
verhuizen:
vərhy(3)̄zə (L212a Smakt)
|
verhuizen
III-2-1
|
20364 |
verkering |
verkering:
verkieëring (L212a Smakt)
|
verkering
III-2-2
|
20367 |
verkering hebben |
aan het handje hebben:
án ’t haendje hebbe (L212a Smakt),
aan zijn:
zuej het nog anzien tusse die twee
ánzien (L212a Smakt),
met mekaar lopen:
mit mekaar loeëpe (L212a Smakt),
vrijen:
vreeje (L212a Smakt)
|
verhouding (verkering) hebben || verkering hebben || vrijen
III-2-2
|
20813 |
vermicelli |
vermicelle (fr.):
fermecél (L212a Smakt)
|
vermicelli
III-2-3
|
20850 |
verpieteren |
verzauwelen:
verzáwwele (L212a Smakt, ...
L212a Smakt)
|
smakeloos worden van eten door te lang te wachten, koken || verpieteren
III-2-3
|