e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopjurkje doopkleedje: duuëpkledje (Smakt) doopkleedje III-2-2
doopmutsje doopmutsje: duuëpmutske (Smakt) doopmutsje III-2-2
doorbakken doorbakken: durbákke (Smakt) doorbakken III-2-3
doorn, stekel doorns: durs (Smakt), dörs (Smakt) doorn, stekel III-4-3
doorslag, drevel drijfnagel: drīfnāgǝl (Smakt), drijver: drīvǝr (Smakt) Stalen stift met aan de onderzijde een enigszins kegelvormig uiteinde, waarmee men de koppen van spijkers in het hout drijft. Zie ook afb. 94. Werken met de doorslag werd in Tongeren (Q 162) doppen (dø ̞pǝ) genoemd. Zie ook het gelijknamige lemma in Wld II.9, pag. 160. Het materiaal dat hieronder is opgenomen vormt een aanvulling daarop en is uitsluitend afkomstig uit monografische bronnen. [monogr.] II-12
dopeling dopeling: duuëpeling (Smakt) dopeling III-2-2
dopen dopen: dy(3)̄əpə (Smakt), indopen: indyəpə (Smakt), soppen: soͅpə (Smakt) dopen, soppen || indompelen, soppen || soppen III-2-3
doperwten doppers: döpper (Smakt) doperwt I-7
dorpel dorpel: dø̜rpǝl (Smakt) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorst dorst: As ge daorst het, mòtte dreenke: men moet handelen naar de omstandigheden Wie aergen daorst hit, drömt dat hij/zij dreenkt: Wat men vurig wenst, ziet men dikwijls als werkelijheid  daorst (Smakt), mussendorst: Enne mussendaorst hebbe: Gezegde, wanneer een kind met kleine teugjes drinkt, om het naar bed gaan te kunnen uitstellen  mussendaorst (Smakt) dorst || kleine dorst III-2-3