20204 |
kinder(wandel)wagen |
wandelwagen:
wândelwage (L212a Smakt)
|
kinderwagen zonder kap
III-2-2
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoel:
kákstoēl (L212a Smakt)
|
kinderstoel, voorzien van een kleine (afsluitbare) po in de bodem
III-2-1
|
20169 |
kinds |
kinds:
kiends (L212a Smakt),
verdutseld:
verdutseld (L212a Smakt),
verdutsele (L212a Smakt),
verkindst:
verkiendst (L212a Smakt)
|
dement, kinds || kinds zijn || kinds, dement || kinds, dement worden
III-2-2
|
29843 |
kippen |
hennen:
hęnǝ (L212a Smakt),
kippen:
kipǝ (L212a Smakt),
tuten:
tȳtǝ (L212a Smakt)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|
20863 |
kippensoep |
hennensoep:
hennesoep (L212a Smakt)
|
kippensoep
III-2-3
|
24858 |
klaproos |
klaproos:
kláproeës (L212a Smakt)
|
klaproos
III-4-3
|
19389 |
kleerhanger |
kleerhanger:
kliërhenger (L212a Smakt, ...
L212a Smakt)
|
kleerhanger || knaapje
III-2-1
|
19677 |
kleerkast |
kleerkast:
kliërkâs(t) (L212a Smakt, ...
L212a Smakt)
|
gardarobekast || kleerkast
III-2-1
|
19631 |
kleerkist, kleerkoffer |
lavendelkist:
Hierin werden vroeger de dekens opgeslagen, met lavendelblaadjes ertussen tegen de motten
lavendelkiest (L212a Smakt)
|
dekenkist
III-2-1
|
20609 |
klef |
knetserig:
knetsereg (L212a Smakt)
|
ongaar
III-2-3
|