e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kom kom: dén/die hit \'t kusse òp \'n kumke gelieërd: gezegde voor een persoon die dikke lippen heeft  kòm (Smakt) kom van aardenwerk III-2-1
komfoor oliestel: òlliestél (Smakt) petroleumcomfoor III-2-1
komijnekaas pitjeskaas: pitjeskieës (Smakt) komijnenkaas III-2-3
komkommer komkommer: kòmkòmmer (Smakt), slangkomkommer: slángkòmkòmmer (Smakt) komkommer || komkommer, soort — I-7
konijn hangoor: soort met hangende oren  hángoeër (Smakt), konijn: kniēn (Smakt) konijn || konijn, soort III-2-1
kookpot etenspot: \'t Is niet te vet vandemiddeg, zaej d\'n bo‰r en toe stoond zien vrouw mit \'n druupneus bovven d\'n aetespot  aetespot (Smakt), pan: pan (Smakt), \'t Zo druk hebbe as de pan mit Vastenaovend: het zeer druk hebben Penneke vet: weelderig leven Penneke vet en ketlke waerm make mennegen huushâld aerm  pan (Smakt) ketel waarin het eten bereid wordt || kookpan || pan III-2-1
kooksel baksel: Alle báksels en browsels zien nie âlt geliek: niet alle werk slaagt evengoed  báksel (Smakt) de hoeveelheid die in een keer gebakken wordt III-2-3
kool, algemeen: een krop kool moes: moes (Smakt) kool, verzamelnaam I-7
koper koper: kuǝpǝr (Smakt) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
koperslager koperslager: kuǝpǝrslē̜gǝr (Smakt  [(verouderd)]  ), kōpǝrslē̜gǝr (Smakt), pompenmaker: pōmpǝmē̜kǝr (Smakt) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11