33559 |
notenboom |
notenboom:
noeëtenboeëm (L212a Smakt)
|
notenboom
I-7
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
s morgens:
almaerges (L212a Smakt),
voormiddag:
vurmiddeg (L212a Smakt),
Opm. dit is oud Venrays!
veurmiddeg (L212a Smakt)
|
s morgens)
III-4-4
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
houwmouw:
Vb. ien ennen haowmow waar t gebeurd. (ps. er staat haowmow in het voorbeeld; waarschijnlijk moet het haowmaow zijn?!).
haowmaow (L212a Smakt)
|
ogenblik, korte tijd
III-4-4
|
33558 |
okkernoot |
noot:
noot, vrucht (L212a Smakt)
|
noot
I-7
|
20701 |
oliebol |
oliebol:
òlliebol (L212a Smakt)
|
oliebol
III-2-3
|
19546 |
olielamp |
snotneus:
snòtneus (L212a Smakt)
|
\'t Oudste bekende olielampje
III-2-1
|
30614 |
olieverf |
olieverf:
oli[verf] (L212a Smakt)
|
Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.]
II-9
|
19711 |
omheining |
gelènder (d.):
gelender (L212a Smakt)
|
traliehek als afscheiding
III-2-1
|
31423 |
omslagboor |
borstboor:
bǭrs˱bōr (L212a Smakt)
|
Houtboor met een houten of metalen C-vormige booromslag waarmee een draaiende beweging wordt gegeven aan het boorijzer. Zie ook het lemma ɛomslagboorɛ in Wld II.11, pag. 84.' [N 53, 160c; monogr.]
II-12
|
30245 |
onderdorpel |
raamdorpel:
rāmdø̜rpǝl (L212a Smakt)
|
De onderste horizontale regel van een raam- of deurkozijn. Voor buitendeur- of buitenraamkozijnen werd de onderdorpel vroeger meestal uit eikehout of natuursteen vervaardigd, bij binnendeurkozijnen uit vure- of dennehout, soms uit eikehout. Tegenwoordig wordt ook hardhout, kunststof en metaal gebruikt. [N 55, 7c; monogr.]
II-9
|