33572 |
pompoen |
pronkappel:
proonkáppel (L212a Smakt)
|
pompoen
I-7
|
31639 |
pompzwengel |
pompenzwengel:
pōmpǝzweŋǝl (L212a Smakt)
|
Een met de hand te bedienen hefboom die door middel van de zuigerstang de pompzuiger op en neer doet bewegen. Zie ook afb. 240. Met het woord ɛijzerwerkɛ (izarwerak) werd in L 423 het geheel van alle metalen onderdelen aangeduid die nodig waren om de zuiger in beweging te brengen. Het ijzerwerk bestond behalve uit de pompzwengel ook uit de ɛstoelɛ (sto:l), de ondersteuning van het scharnierpunt van de pompzwengel, en de passant (pasant), een uit twee metalen plaatjes vervaardigd overgangsstuk dat de scharnierende verbinding vormde tussen de pompzwengel en de zuigerstang. Het hele ijzerwerk was gemonteerd op een houtenplank, de pompenplank (pompzplayk).' [N 64, 133n; N 66, 49n; monogr.]
II-11
|
19474 |
pook |
kachelhaakje:
káchelhökske (L212a Smakt),
pook:
poeëk (L212a Smakt),
rakelijzer:
raokeliēzer (L212a Smakt)
|
kachelpook || kachelpookje || pook
III-2-1
|
24904 |
poosje, tijd |
stoot:
Vb. dat duurt nog enne stoeët, vurdat wij vertrekke.
stoeët (L212a Smakt)
|
poosje, tijd
III-4-4
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pòp (L212a Smakt),
popje:
pupke (L212a Smakt)
|
vrouwelijk vogeltje || vrouwtjesvogel
III-4-1
|
19838 |
portaal |
portaal:
portaol (L212a Smakt)
|
portaal
III-2-1
|
24365 |
pos |
joodje:
judje (L212a Smakt)
|
pos (vis)
III-4-2
|
19494 |
potkachel |
duiveltje:
kacheltje
dūvelke (L212a Smakt)
|
soort van allesbrander
III-2-1
|
17742 |
proeven |
proeven:
PrËvend brändt de kok zien tòng: door te proberen leert men
prūve (L212a Smakt)
|
proeven
III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
pròfetieëre (L212a Smakt)
|
profiteren
III-1-4
|