e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smeermaas

Overzicht

Gevonden: 1290
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lever lever: lēͅvər (Smeermaas) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
lichaam corpus (lat.): koͅrpəs (Smeermaas), lijf: līf (Smeermaas), pens: Pejoratief.  paens (Smeermaas), prij: prei (Smeermaas) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht fors: fors (Smeermaas, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht vocht: t fox (Smeermaas) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtbonte koe lichtbonte: lɛgbōntǝ (Smeermaas) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichte nevel lichte nevel: lichte nievel  lextənīvəl (Smeermaas) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lidmaat, ledematen lidmaat, ledematen: ledmōͅt (Smeermaas) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
limburgse kaas hervese kaas: heͅrfsə kis (Smeermaas) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
loeien van de koe in het algemeen brullen: brølǝ (Smeermaas) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loenje bekriem: bɛkrēm (Smeermaas) Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31] I-10