e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaamse gaai meerkol: meerkol (Spalbeek, ... ) vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlag drapeau (fr.): drapeu (Spalbeek) vlag [ZND 17 (1935)] III-3-1
vlas hagen inrijen: ęi̯nręi̯ǝn (Spalbeek) Het op rijen zetten van vlas. In de twee Leuvense vragenlijsten is gevraagd naar het "hagen" van vlas of stenen (voor dit laatste zie aflevering II.8, lemma Hagen); wanneer is aangegeven dat de opgave op stenen betrekking heeft, is deze hier weggelaten. [L 1, a-m; L 26, 10] I-5
vleeskoe vetbeest: vɛtbist (Spalbeek) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11
vleesmade, larve van de bromvlieg vleesworm: vliswɛrəm (Spalbeek) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleien mouwvegen: hee kan mauwvége (Spalbeek), Heje kan mouwvege(n) (Spalbeek) Hij kan flikflooien (laag vleien, mouwstrijken, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-1
vleier kruiper: kreiper (Spalbeek), mouwveger: mouwveger (Spalbeek) een bloksleper (vleier) of andere woorden voor vleier, mouwveger enz. [ZND 32 (1939)] III-3-1
vleiwoord tot de zogende zeug kroch, kroch: krox, krox (Spalbeek) Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c] I-12
vlekziekte brand: brant (Spalbeek) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vliegennet vliegennet: vliegennet (Spalbeek) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10