e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brede buikriem onderhulp: ǫnǝrhęlp (Spalbeek) Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73] I-10
brede landweg dreef: drēf (Spalbeek) Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.] I-8
bretel bretel (<fr.): bretel (Spalbeek) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
broeden, op eieren zitten broeden: briǝ (Spalbeek) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Spalbeek) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broedse kip die men niet wil laten broeden kloekhen: klukhen (Spalbeek) [N 19, 43b] I-12
bronstig breustig: brēǝstex (Spalbeek) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen reddelen: rędǝlǝ (Spalbeek) [N 3A, 9b] I-11
brood brood: broet (Spalbeek) (brood) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] III-2-3
broodmes broodmes: bru̞tmēͅs (Spalbeek) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1