e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingezouten gezouten: gǝzātǝn (Spalbeek) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
inkomsten inkomen: ps. omgespeld volgens Frings.  ət ēͅi̯nk"mə (Spalbeek) inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkopen gaan doen op de markt op de markt kopen: ps. omgespeld volgens Frings.  obə meͅrək kypə (Spalbeek) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkt inkt: das bleuwe ijnk (Spalbeek) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] III-3-1
inmaakpot zuurmoeskroeg: zu̞rmu̞skrø͂ͅx (Spalbeek) kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
inslaan, van de bliksem gezegd doorslaan: døər gə slàgə (Spalbeek) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
italiaan italiaan: das nen italiaon (Spalbeek) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jaarring jaarring: juǝreŋk (Spalbeek) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jak bloes: bloes (Spalbeek), kazavek: kazəväk (Spalbeek) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  djaloeës (Spalbeek) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4