e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
legnest hennennest: henǝnęst (Spalbeek) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
leiden leiden: lei̯ǝ (Spalbeek) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lelietje-van-dalen dallelie: -  dallelie (Spalbeek) lelietje-van-dalen [ZND 34 (1940)] III-4-3
lemmer lame (fr.): lām (Spalbeek) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1
lente, voorjaar lente: lente (Spalbeek) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepel leper: leͅpər (Spalbeek) lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] III-2-1
leren muts die onder de kin wordt gesloten klepklak: kläpklak (Spalbeek) muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)] III-1-3
leunstoel leunstoel: lø&#x0304nstul (Spalbeek, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: leerder (Spalbeek), leurder (Spalbeek), ps. omgespeld volgens Frings.  lēi̯ərdər (Spalbeek) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren de baan doen: ps. omgespeld volgens Frings.  də bou̯ən dyn (Spalbeek), op commerce (fr.) gaan: ps. omgespeld volgens Frings.  op kəmeͅrs gon (Spalbeek) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1