23240 |
maria-hemelvaart |
onze-lieve-vrouw-halfoogst:
ozze lieve vreuw half oest (P054p Spalbeek)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
te griest ever de merk (P054p Spalbeek),
terwjas evere merk (P054p Spalbeek)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
22440 |
masker |
mombakkes:
mombakkes (P054p Spalbeek)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
33044 |
mathaak |
zichthaak:
[zicht]hōk (P054p Spalbeek)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
18414 |
matrozenpakje |
marinepakje:
marenəpɛkskə (P054p Spalbeek),
matrozenpakje:
matryzəpɛkskə (P054p Spalbeek)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|
18129 |
mazelen |
mazeren:
moazere (P054p Spalbeek)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
33150 |
meelschepje |
meelschupper:
mēǝlsxępǝr (P054p Spalbeek)
|
Een houten vat voorzien van een steel dat diende om droog meel te scheppen. Vergelijk de lemma''s ''graanschop, schepschop'' (6.3.13) en ''graanschep'' (6.3.15). [N 18, 9b]
I-4
|
24422 |
meelworm, larve van de meeltor |
meelworm:
mejəlwɛrəm (P054p Spalbeek)
|
meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
34229 |
meer melk gaan geven |
aannemen:
(de koe) nemt ǫwǝn (P054p Spalbeek)
|
[N 3A, 68]
I-11
|
20407 |
meerderjarig |
meerderjarig:
znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;
mierderjorig (P054p Spalbeek, ...
P054p Spalbeek,
P054p Spalbeek)
|
meerderjarig [ZND 01u (1924)] || meerderjarig (boven de 21 jaar) [ZND 01 (1922)] || meerderjarig ; hij is - (boven de 21 jaar) [ZND 31 (1939)]
III-2-2
|