e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spaubeek

Overzicht

Gevonden: 423
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hek aan de ingang van een wei veken: fēkǝ (Spaubeek) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hengst hengst: hęŋs (Spaubeek) Ongesneden mannelijk paard. [JG 1a, 1b; A 4, 2b; L 20, 2b; L 39, 42; L A1, 166; S 27; Wi 8; monogr.] I-9
herfst, najaar herfst: de herfs (Spaubeek) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] III-4-4
herik zemp: zęmp (Spaubeek), -  zemp (Spaubeek) herik (Sinapis arvensis) [DC 17 (1949)] || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
herkauwen nirken: nerkǝ (Spaubeek) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn wezel: wezel (Spaubeek) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
hinkelblokje hinkelblokje: tegeltjes (stukken)  hinkelblokje (Spaubeek) hinkelblokje [VC 10] III-3-2
hinkelen hinkelen: /  hinkele (Spaubeek), schrakkelen: sjrakkele (Spaubeek) hinkelen [SND (2006)] || hinkelspel [VC 10] III-3-2
hobbelpaard schokkelpaard: /  sjokkelpaerd (Spaubeek) / [SND (2006)] III-3-2
hobbelpaard add. schokkelen (ww.): /  op ɛt paerd sjokkele (Spaubeek) op schommelpaard zitten [SND (2006)] III-3-2