e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

Gevonden: 2437
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolengruis fijns: fiŋs (Spekholzerheide), poef: puf (Spekholzerheide) fijn kolengruis || kolengruis III-2-1
kolenkit kolenbak: koͅaləbak (Spekholzerheide) kolenbak III-2-1
kolenschop kolenschup: koͅaləšøp (Spekholzerheide), panneschup: panǝšøp (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]), platte schup: platǝ šøp (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) kolenschop || Schop, bestaande uit een korte steel met kruk en een betrekkelijk groot blad. Met dit type schop worden de losgemaakte kolen op de transportband of de schudgoot geschept. Door de onduidelijke vraagstelling van vraag N 95, 751 ("Hoe noemt u een platte schop?") en vraag N 95, 752 ("Hoe noemt u een panneschop?") is een aantal opgaven uit dit lemma mogelijkerwijs ook van toepassing op de steenschop. De composita waarvan het eerste lid verwijst naar een steenschop zijn bijeengeplaatst in het lemma Steenschop. [N 95, 752; N 95, 751; monogr.] II-5, III-2-1
kolenslik filterschlamm (d.): filtəršlam (Spekholzerheide), schlamm (d.): šlam (Spekholzerheide), slam: šla.m (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]), šlam (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) droog kolenslik || kolenslik || Nat kolenstof of kolengruis, gebruikt als brandstof. [N 95, 466; monogr.; Vwo 689; Vwo 709; Vwo 715] II-5, III-2-1
kolenstof kolenstub: kǭlǝštøp (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Maurits]) Grof of fijn stof afkomstig van de kolen. Het komt vrij bij het schieten, boren, het losmaken van kolen en andere werkzaamheden in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Omdat het kolenstof overbelasting van de longen kan veroorzaken, wordt het nadelig geacht voor de gezondheid. Het moet daarom zoveel mogelijk bestreden worden. Bij een bepaald percentage vluchtige bestanddelen in het kolenstof is het zeer explosief. [N 95, 769; monogr.] II-5
kolenval kolenval: kǭlǝval (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Maurits]) Af- of instorting van kolen. Het gevaar van kolenval is in elke koollaag aanwezig maar het treedt meer op de voorgrond bij dikke lagen en bij goed gelaagde kolen. Door directe kolenval kwamen vaker ongevallen voor. [N 95, 888] II-5
kolomboormachine boorzuil: bōǝrzǫjl (Spekholzerheide) Stationaire boormachine waarbij de boorhouder beweegbaar op een kolom gemonteerd is. Het werkstuk kan bij deze boormachine in een, vaak in hoogte verstelbare, boortafel worden vastgeklemd. De kolomboormachine wordt vooral voor zwaar en zuiver boorwerk gebruikt. Zie ook afb. 122. Het betreft daar een kolomboormachine die met de hand wordt aangedreven. [N 33, 123] II-11
kom komp: komp (Spekholzerheide) kom III-2-1
komkommer gurk: jórk (Spekholzerheide) komkommer I-7
konijn hoens: hoens (Spekholzerheide), konijn: knien (Spekholzerheide) konijn III-2-1