e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mist, nevel (alg.) dons: dóns (Spekholzerheide) mist, nevel III-4-4
modderkar plateauwagen: platōwān (Spekholzerheide  [(platte wagen op rails)]  ), schubkarre: šupkār (Spekholzerheide) De kruiwagen of kar waarmee de bereide klei naar de vormtafel wordt vervoerd. [N 98, 72; monogr.] II-8
modderkruier leemjong: lēmjǫŋ (Spekholzerheide) Arbeider die de bereide klei naar de vormtafel brengt, hetzij in een bak die hij op de nek draagt, hetzij met een kruiwagen of door middel van kipkarren. Zie ook Limburgs Idioticon, pag. 277 s.v. vogeldrager: ø̄̄Degene die bij de brikken- of tichelovens den vogel draagt (...). Geh. Genck.ø̄̄ [N 98, 70; monogr.] II-8
moed courage (fr.): koeraasj (Spekholzerheide), kraatsj (Spekholzerheide), moed: mód (Spekholzerheide) moed || moed, courage III-1-4
moeder ma: ma (Spekholzerheide) moeder [DC 03 (1934)] III-2-2
moeite moeite: meute (Spekholzerheide) moeite; hij geeft zich moeite [DC 03] III-1-4
moer moer: moor (Spekholzerheide) konijn, wijfje III-2-1
moeras moeras: muras (Spekholzerheide), prats: pratš (Spekholzerheide) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
moersleutel schroevensleutel: šruvǝšløsǝl (Spekholzerheide) In het algemeen een werktuig voor het los- en vastdraaien van moeren. Zie ook de lemmata "steeksleutel", "ringsleutel", "verstekbare moersleutel", etc. Het betreft daar meer specifieke uitvoeringen van de moersleutel. [N 33, 300a; monogr.] II-11
moestuinx gaarde: j‧āt (Spekholzerheide) [DC 03 (1934)] I-7