27781 |
ombraak |
ombrok:
ømbrox (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.]
II-5
|
19711 |
omheining |
tuin:
tsū.n (Q121b Spekholzerheide)
|
omheining
III-2-1
|
28370 |
omkeerrol |
keerrol:
kiǝrrǫl (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Rol aan het eind van de bandtransporteur waarover de band weer wordt teruggevoerd. [N 95, 642; monogr.]
II-5
|
31423 |
omslagboor |
drouw:
drǫw (Q121b Spekholzerheide),
zwengelboor:
šwøŋǝlbōǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Handboor met een C-vormige beugel. De omslagboor wordt onder meer gebruikt om bramen van geboorde gaten te verwijderen, om gaten af te schuinen en om schroeven in en uit te draaien (Van Houcke, pag. 513). [N 33, 153]
II-11
|
25013 |
omtrek, omvang |
omvang:
um⁄vank (Q121b Spekholzerheide),
umkreis (du.):
um⁄krais (Q121b Spekholzerheide)
|
omtrek || omvang
III-4-4
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
kloar (Q121b Spekholzerheide)
|
helder, licht
III-4-4
|
27666 |
onder de douche staan |
poekelen:
pukǝlǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Gebruik was dat de mijnwerkers bij het douchen elkaar de rug wasten. Volgens een informant van Q 121 was dit gebruik op de Domaniale mijn na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) door Duitse werknemers ingevoerd. De informant uit Q 12 zegt dat dit gebruik in België niet bestond. Dit laatste wordt echter tegengesproken door de opgaven van Q 3 voor de mijnen Winterslag en Waterschei en L 422 voor de mijn van Eisden! De informant uit L 417 vermeldt daarentegen dat de mijnen Zwartberg en Waterschei aparte douchecellen kenden en dat het gebruik van elkaar de rug wassen daar niet bestond. [N 95A, 4; N 95, 71; monogr.]
II-5
|
27174 |
ondergronds |
ondenin:
oŋǝen (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.]
II-5
|
28270 |
onderkabel |
slodderzeel:
šlǫdǝrzēl (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.]
II-5
|
19395 |
onderkussen, peluw |
hoofdpeluw:
hø̄pəl (Q121b Spekholzerheide),
kijl:
kai̯l (Q121b Spekholzerheide),
kijlkussen:
kai̯lkøsə (Q121b Spekholzerheide)
|
peluw || schuine peluw
III-2-1
|