20540 |
beschimmelen |
schimmelen:
sjum’mele (Q121b Spekholzerheide),
verschimmelen:
versjum’mele (Q121b Spekholzerheide)
|
beschimmelen || schimmelen
III-2-3
|
27947 |
beschot |
platen:
plātǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De wandbekleding van de mijngangen tussen de ondersteuningen. Deze bekleding bestaat uit een min of meer aaneengesloten reeks planken, schaalhout, knuppels of ijzeren platen. Het beschot dient om te beletten dat er stenen tussen de ondersteuningen vallen. [monogr.; N 95, 311; N 95, 415; N 95, 416; N 95, 331; Vwo 107; Vwo 119; Vwo 120; Vwo 696; Vwo 819; Vwo 824]
II-5
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
besjüt’ (Q121b Spekholzerheide)
|
beschuit
III-2-3
|
31614 |
beslaghamer, hoefhamer |
hoefhamer:
h ̇ofhamǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.]
II-11
|
19285 |
beslissen |
beslieten:
besjlisse (Q121b Spekholzerheide)
|
besluiten
III-1-4
|
30040 |
betonzand |
kies:
k ̇īs (Q121b Spekholzerheide)
|
Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48]
II-9
|
24561 |
beuk |
beuk:
buk (Q121b Spekholzerheide)
|
beuk
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukeike:
buk’eche (Q121b Spekholzerheide)
|
beukenootje
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
pratsmurg:
De biere zint pratsjmur¯rieg
pratsjmur’rieg (Q121b Spekholzerheide)
|
overrijp
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
graven:
jrave (Q121b Spekholzerheide)
|
bevallen
III-2-2
|