24326 |
runderhorzel, horzel |
oreis:
hoerees (Q121b Spekholzerheide)
|
paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24349 |
runderhorzellarve |
angelbuts:
angelbutse (Q121b Spekholzerheide)
|
runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
roepsj (Q121b Spekholzerheide)
|
rups
III-4-2
|
25042 |
ruw, ruig |
grof:
jraof (Q121b Spekholzerheide),
ruw:
rouw (Q121b Spekholzerheide)
|
ruw
III-4-4
|
29731 |
ruwe stenen |
rauwe stenen:
rǫwǝ šte ̞ŋ (Q121b Spekholzerheide
[(enkelvoud: rǫwǝ štē)]
)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|
24372 |
salamander |
viervoetje:
veer’vus-je (Q121b Spekholzerheide)
|
salamander
III-4-2
|
31519 |
salmiaksteen |
salmiaksteen:
salmijakštē (Q121b Spekholzerheide)
|
Het blok salmiak waarlangs men vroeger de koperen bout streek, alvorens er soldeersel op aan te brengen. Salmiak of ammoniumchloride is een kleurloos zout, gevormd uit ammonia en zoutzuur. Het kan ook worden gebruikt om vuile soldeerbouten te reinigen. In Q 121 werd de soldeerbout schoongemaakt door hem even in afgelaten soldeerwater te houden. Dit was gemaakt uit zoutzuur waarin een stukje zink was opgelost. In L 321 werd met een kaars langs de soldeerbout gestreken, voordat het soldeersel erop werd aangebracht. [N 33, 201; N 64, 27d]
II-11
|
20928 |
sappig |
zaftig:
zɛftix (Q121b Spekholzerheide)
|
sappig
III-2-3
|
21025 |
savooiekool |
savooi:
sjavouwe (Q121b Spekholzerheide),
sjavouw’ (Q121b Spekholzerheide),
sjevou (Q121b Spekholzerheide),
savooie:
sjavou (Q121b Spekholzerheide)
|
[N Q (1966)] [N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)] || savooiekool
I-7, III-2-3
|
23230 |
scapulier |
scapulier:
e sjabbeleer (Q121b Spekholzerheide)
|
Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)]
III-3-3
|