e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slappe koffie dunne caf: dunne kaffieë (Spekholzerheide), moekkefoek: moek’kefoek (Spekholzerheide), slabberons: sjlabberóns’ (Spekholzerheide), slabberonsius: sjlabrón’tsiejoes (Spekholzerheide) slappe koffie || slechte koffie III-2-3
slecht dak slechte berg: šlę̄tǝ bɛrx (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een slecht dak laat bij het afkloppen een dof geluid horen. Het heeft loszittend gesteente. [N 95, 891; monogr.] II-5
slecht lopende wagen slecht lopende wagen: slecht lopende wagen (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) [N 95, 675] II-5
slecht weer, hondenweer allerheiligenweer: Allerhil⁄liejeweer (Spekholzerheide), hondsweer: hóngswee‧r (Spekholzerheide), zouwweer: zouw⁄weer (Spekholzerheide) ruw, slecht weer || slecht weer [hondewaer] [N 07 (1961)] || weer (rot) III-4-4
slechte drank kermisbier: kir’mensbeer (Spekholzerheide, ... ) bier met te veel schuim || minder goed bier III-2-3
slechtgehumeurd (zijn) muitetig: moe’tetieg (Spekholzerheide), muitig: moe’tieg (Spekholzerheide), pruttelig: prut’telieg (Spekholzerheide) humeurig, pruilerig || knorrig III-1-4
sleedoorn sleedoorn: sjlieë’doar (Spekholzerheide) sleedoorn III-4-3
sleep ring: reŋk (Spekholzerheide) Verzwaard raamwerk waarmee het oppervlak van de baan egaal werd gemaakt. Dit werk werd slepen - ēlēf\ Q 121b; ēlęjp\ Q 20 - genoemd. [monogr.] II-8
sleepruim kriek: krik (Spekholzerheide) sleepruim III-4-3
sleper schlepper: šlɛpǝr (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) Algemene benaming voor ongeschoolde, ondergrondse mijnwerkers die zich met het vervoer bezighouden. Een respondent uit Q 121 merkt dan ook op dat de sleper bijvoorbeeld niet mocht roven. [N 95, 142; N 95, 585; monogr.; Vwo 115; Vwo 373; Vwo 713] II-5