e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sleutel sleutel: šløsəl (Spekholzerheide) sleutel III-2-1
sleutelbloem sleutelbloem: sjlus’sel(s)blom (Spekholzerheide) sleutelbloem III-4-3
sleutelbos sleutelbond: sjleuseleboond (Spekholzerheide), sleutelen: sjleusele (Spekholzerheide), sleutelsbond: vgl Hgd Schlüsselbund  šløsəls˂bont (Spekholzerheide) sleutelbos || Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)] III-2-1
sleutelgat sleutelslok: šløsəlslōͅx (Spekholzerheide) sleutelgat III-2-1
sleutelvijl sleutelvijl: šløsǝlvil (Spekholzerheide) Stalen vijl van 10 tot 20 cm lengte voor het bewerken van sloten en sleutels. Het blad van de vijl kan plat, spits-plat of spits toelopend van vorm zijn. De doorsnede ervan is vierkant, driehoekig, rond of halfrond. Zie ook afb. 106. [N 33, 96; N 33, 93] II-11
slijpsteen slijpsteen: šlīfštē (Spekholzerheide) Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.] II-11
slijpsteenbak, slijpstelling slijpbak: šlīf˱bak (Spekholzerheide) Op een houten of ijzeren onderstel bevestigde en met water gevulde metalen bak waarin een slijpsteen draait. De as van de slijpsteen rust daarbij op twee aan de waterbak bevestigde lagers. [N 33, 270] II-11
slikvijver slambassin: šlambasɛŋ (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Eisden]) Het afvalwater van de mijn liet men in bassins met overslag bijeenstromen. Het bezinksel, fijn kolenslik, in Limburg ook wel slam genoemd, werd als brandstof verkocht. [N 95, 35; monogr.] II-5
slim loos: loeës (Spekholzerheide) slim, verstandig III-1-4
slimmerik schlauberger (du.): sjlauw’berjer (Spekholzerheide) slimmerik III-1-4