e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snee brood snede: Verklw. sjnidsje Iech han honger, iech eus ing drüeg sjnei broeëd  sjnei (Spekholzerheide) snede brood III-2-3
sneeuwbal sneeuwklots: sjnei⁄klots (Spekholzerheide) sneeuwbal III-4-4
sneeuwen sneeuwen: sneije (Spekholzerheide), sniefelen: fijn sneeuwen  sjnief⁄fele (Spekholzerheide) fijn sneeuwen || sneeuwen [DC 03 (1934)] III-4-4
sneeuwklokje sneeuwklokje: sjnei’klöks-je (Spekholzerheide) sneeuwklokje III-4-3
sneeuwx sneeuw: schnei (Spekholzerheide), sjnei (Spekholzerheide) sneeuw [DC 03 (1934)] III-4-4
snel, vlug gauw: jauw (Spekholzerheide), nijds: nietsj (Spekholzerheide), vlot: flot (Spekholzerheide), zier: zier (Spekholzerheide) snel, vlug III-4-4
snijarmen en drijfarmen in de voormaler messer: mɛtsǝr (Spekholzerheide) De schuine messen en rieken die in de voormaler ronddraaien, de dwarsarmen van de verticale as. [N 98, 90; monogr.] II-8
snijblok, snijkussen backen: bakǝ (Spekholzerheide) De verwisselbare, ronde, stalen schijf met (soms verstelbare) snijdende delen die in de snijplaathouder wordt bevestigd. Een deel van de woordtypen in dit lemma zoals (snij)kussens, draadkussens en kammen kan ook betrekking hebben op de eigenlijke snijdende delen van de diverse soorten snijijzers. Zie ook afb. 93. [N 33, 295; N 33, 297; N 64, 66b] II-11
snijbonen fietsjbonen: fietsj’boeëne (mv.) (Spekholzerheide) snijboon I-7
snijbrander snijbrenner: šnijbrɛnǝr (Spekholzerheide) Lasbrander waarbij een tweede mondstuk is aangebracht waaruit zuurstof stroomt. Op deze wijze wordt een snelle verbranding verkregen van het materiaal dat door de vlam wordt bestreken. De snijbrander kan alleen worden toegepast bij het snijden van ijzer en staal en - met speciale voorzieningen - ook wel bij gietijzer. Zie ook afb. 44. [N 33, 317; monogr.] II-11