e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snor schnauz (du.): šnouts (Spekholzerheide, ... ) snor (knevel) [DC 01 (1931)] III-1-1
snotneus kakjong: verklw. kakjöngs-je  kak’jong (Spekholzerheide), kakjongetje: kakjöngs-je (Spekholzerheide), kute-jong: koet’jong (Spekholzerheide), koe’tejong (Spekholzerheide), kute-naas: koet’naas (Spekholzerheide), kōēte naas (Spekholzerheide), kute-nelis: inne koetnelles (Spekholzerheide), koet’nellis (Spekholzerheide), kōētnelles (Spekholzerheide), nelis: nel’les (Spekholzerheide), sneuzel: sjneu’zel (Spekholzerheide), sniebel: sjnieb’bel (Spekholzerheide), zeiknelis: Inne zeeknelles (Spekholzerheide) een snotneus || snotjongen || snotneus || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
snuifje prise (fr.): pries (Spekholzerheide) snuifje III-2-3
snuiftabak snuif: sjnoef’ (Spekholzerheide), snuiftoebak: sjnoef’toeëbak (Spekholzerheide) snuif III-2-3
soep herz-jesu-soepje: herts-je’zoe-tsüpje (Spekholzerheide), soep: Verklw. tsüpje of tsüpsje  tsoep (Spekholzerheide) dun soepje || soep III-2-3
soepgroente soepengroens: tsoep’ejreuns (Spekholzerheide), tsoep’pejreuns (Spekholzerheide) soepgroente || soepgroenten I-7, III-2-3
soepketel, waterketel soepenketel: tsupəkɛsəl (Spekholzerheide) soeppan III-2-1
soepterrine soepenkomp: tsoepekómp (Spekholzerheide), tsupəkomp (Spekholzerheide) soepkom, soepterrine || soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soevereinboor, verzinkboor verzinkboor: vǝrzęŋk˱bōǝr (Spekholzerheide) Algemene benaming voor de verschillende soorten boorijzers waarmee voorgeboorde gaten conisch kunnen worden vergroot. De soevereinboor wordt onder meer gebruikt om koppen van schroeven en klinknagels te kunnen verzinken, maar ook om bramen uit boorgaten te verwijderen. Zie ook afb. 115. [N 33, 135; N 33, 144; N 33, 145; N 33, 164] II-11
soldaatjes krappen: krap (Spekholzerheide) vierkant blokje geroosterd witbrood III-2-3