e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
strijkijzer beugelijzer: by(3)̄jəlīzər (Spekholzerheide), strijkijzer: štrīx˂īzər (Spekholzerheide) strijkijzer III-2-1
strobloem strobloem: sjtrüe’blom (Spekholzerheide) strobloem III-2-1
stroef sleeuw: šliə (Spekholzerheide) slee, stroef van tanden III-2-3
stronk, stengel van koolplanten storkel: sjtorkele (Spekholzerheide) koolstengels die op het veld blijven staan [N Q (1966)] I-7
strontvlieg strontsvlieg: sjtronksvlei (Spekholzerheide), sjtrónks’vlei (Spekholzerheide) strontvlieg || strontvlieg: Kent u in uw dialect een woord om een soort van okergele vlieg aan te duiden die op uitwerpselen zit? [N100 (1997)] III-4-2
strooisel strooisel: štroi̯tsǝl (Spekholzerheide) Dat wat in de stal onder het vee wordt gestrooid. Dat kan vers stro zijn maar ook gehakt stro of afval na het wannen van gedorst graan. Verder gebruikte men bladeren uit hagen, eiken- en beukenbos en loof van struiken eveneens als strooisel. [N 6, 10; L 7, 61b; JG 1a, 1b, 2b-1 add.; N 18, 41 add.; monogr.] I-11
strooiselvlaai friemelenvladem: friem’melevlaam (Spekholzerheide), greumelenvladem: jrüe’melevlaam (Spekholzerheide), strooiselkoek: sjträu’zelkóch (Spekholzerheide), strooiselvladem: sjträuzelvlaam (Spekholzerheide) kruimelvla || vla berdekt met een kruimelig mengsel van boter, meel en suiker III-2-3
stropoppen poppen: popǝ (Spekholzerheide) Zie kaart. Dubbelgevouwen en samengebonden bosjes stro die ter afdichting tussen de dakpannen worden gestoken. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 e.v. In L 270 werd het stro voor de poppen op ¬± 60 cm lengte gesneden, dubbel gevouwen en aan de omgevouwen kant met een touwtje vastgebonden, aldus enigermate op een popje gelijkend. De stropoppen werden vroeger bij het dakdekken onder de elkaar overlappende zijkanten van de handpannen gestoken om een goed gesloten dak te verkrijgen ('Tegels Dialek', pag. 121). In L 210 werden de poppen iets breder dan de pan uitgespreid. Aan de onderkant stak ongeveer 1,5 cm van het stro onder de pan uit. [N 32, 44d; N F, 5; JG 2c; JG 2d; monogr.] II-9
strovijl strooivijl: štryǝvil (Spekholzerheide) In het algemeen een vijl met een vrij grof bekapt blad dat plat of halfrond kan zijn. Strovijlen ontlenen hun naam aan het feit dat ze in bundels van 2 tot 16 stuks of meer in stro verpakt verkocht werden. Zie ook afb. 98. De strovijl is ook wel bekend onder de naam Duitse vijl (vgl. Vuylsteke, pag. 166). [N 33, 101; N 33, 86] II-11
strozak pès: pys (Spekholzerheide) strozak III-2-1