19442 |
strijkijzer |
beugelijzer:
by(3)̄jəlīzər (Q121b Spekholzerheide),
strijkijzer:
štrīx˂īzər (Q121b Spekholzerheide)
|
strijkijzer
III-2-1
|
20088 |
strobloem |
strobloem:
sjtrüe’blom (Q121b Spekholzerheide)
|
strobloem
III-2-1
|
21093 |
stroef |
sleeuw:
šliə (Q121b Spekholzerheide)
|
slee, stroef van tanden
III-2-3
|
33591 |
stronk, stengel van koolplanten |
storkel:
sjtorkele (Q121b Spekholzerheide)
|
koolstengels die op het veld blijven staan [N Q (1966)]
I-7
|
24384 |
strontvlieg |
strontsvlieg:
sjtronksvlei (Q121b Spekholzerheide),
sjtrónks’vlei (Q121b Spekholzerheide)
|
strontvlieg || strontvlieg: Kent u in uw dialect een woord om een soort van okergele vlieg aan te duiden die op uitwerpselen zit? [N100 (1997)]
III-4-2
|
22041 |
strooisel |
strooisel:
štroi̯tsǝl (Q121b Spekholzerheide)
|
Dat wat in de stal onder het vee wordt gestrooid. Dat kan vers stro zijn maar ook gehakt stro of afval na het wannen van gedorst graan. Verder gebruikte men bladeren uit hagen, eiken- en beukenbos en loof van struiken eveneens als strooisel. [N 6, 10; L 7, 61b; JG 1a, 1b, 2b-1 add.; N 18, 41 add.; monogr.]
I-11
|
20738 |
strooiselvlaai |
friemelenvladem:
friem’melevlaam (Q121b Spekholzerheide),
greumelenvladem:
jrüe’melevlaam (Q121b Spekholzerheide),
strooiselkoek:
sjträu’zelkóch (Q121b Spekholzerheide),
strooiselvladem:
sjträuzelvlaam (Q121b Spekholzerheide)
|
kruimelvla || vla berdekt met een kruimelig mengsel van boter, meel en suiker
III-2-3
|
30476 |
stropoppen |
poppen:
popǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Zie kaart. Dubbelgevouwen en samengebonden bosjes stro die ter afdichting tussen de dakpannen worden gestoken. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 e.v. In L 270 werd het stro voor de poppen op ± 60 cm lengte gesneden, dubbel gevouwen en aan de omgevouwen kant met een touwtje vastgebonden, aldus enigermate op een popje gelijkend. De stropoppen werden vroeger bij het dakdekken onder de elkaar overlappende zijkanten van de handpannen gestoken om een goed gesloten dak te verkrijgen ('Tegels Dialek', pag. 121). In L 210 werden de poppen iets breder dan de pan uitgespreid. Aan de onderkant stak ongeveer 1,5 cm van het stro onder de pan uit. [N 32, 44d; N F, 5; JG 2c; JG 2d; monogr.]
II-9
|
31376 |
strovijl |
strooivijl:
štryǝvil (Q121b Spekholzerheide)
|
In het algemeen een vijl met een vrij grof bekapt blad dat plat of halfrond kan zijn. Strovijlen ontlenen hun naam aan het feit dat ze in bundels van 2 tot 16 stuks of meer in stro verpakt verkocht werden. Zie ook afb. 98. De strovijl is ook wel bekend onder de naam Duitse vijl (vgl. Vuylsteke, pag. 166). [N 33, 101; N 33, 86]
II-11
|
19394 |
strozak |
pès:
pys (Q121b Spekholzerheide)
|
strozak
III-2-1
|