id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19671 | canapé, sofa | canapè: kanəpiə (Spekholzerheide), sofa: zōfa (Spekholzerheide) | canapé || sofa III-2-1 |
29989 | cement | cement: tsǝ`mɛnt (Spekholzerheide) | Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9 |
31356 | center | centerpunt: sɛntǝrpønt (Spekholzerheide), körner: kø̜rnǝr (Spekholzerheide) | Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de vaste en de losse kop van de draaibank waartussen het werkstuk tijdens het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd wordt. Voordat het werkstuk tussen de centers wordt geklemd, wordt eerst met behulp van een doorslag in het middenpunt van de beide voorvlakken ervan een trechtervormig groefje aangebracht. [N 33, 227; monogr.] II-11 |
31315 | centerpons | körner: kø̜rnǝr (Spekholzerheide) | Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11 |
19780 | centrale verwarming | heizung (d.): hai̯tsuŋ (Spekholzerheide) | centrale verwarming III-2-1 |
20837 | cervelaatworst | belster: belster (Spekholzerheide), bel’ster (Spekholzerheide), droogworst: na het slachten druugwôêsj (Spekholzerheide), plokworst: blokwôêsj (Spekholzerheide), blok’woeësj (Spekholzerheide) | cervelaatworst [N 06 (1960)] || droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)] III-2-3 |
18824 | chagrijn | chagrijn: sjajreng’ (Spekholzerheide) | chagrijn III-1-4 |
20821 | chocolade | chocolade: sjokkelaad’ (Spekholzerheide) | chocolade III-2-3 |
19943 | chrysant | catharinabloem: katrie’nablom (Spekholzerheide) | Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) III-2-1 |
28224 | cilinderglas | glas: glās (Spekholzerheide [(Willem-Sophia)] [Domaniale]) | Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.] II-5 |