| 19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanəpiə (Q121b Spekholzerheide),
sofa:
zōfa (Q121b Spekholzerheide)
|
canapé || sofa
III-2-1
|
| 29989 |
cement |
cement:
tsǝ`mɛnt (Q121b Spekholzerheide)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
| 31356 |
center |
centerpunt:
sɛntǝrpønt (Q121b Spekholzerheide),
körner:
kø̜rnǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de vaste en de losse kop van de draaibank waartussen het werkstuk tijdens het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd wordt. Voordat het werkstuk tussen de centers wordt geklemd, wordt eerst met behulp van een doorslag in het middenpunt van de beide voorvlakken ervan een trechtervormig groefje aangebracht. [N 33, 227; monogr.]
II-11
|
| 31315 |
centerpons |
körner:
kø̜rnǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.]
II-11
|
| 19780 |
centrale verwarming |
heizung (d.):
hai̯tsuŋ (Q121b Spekholzerheide)
|
centrale verwarming
III-2-1
|
| 20837 |
cervelaatworst |
belster:
belster (Q121b Spekholzerheide),
bel’ster (Q121b Spekholzerheide),
droogworst:
na het slachten
druugwôêsj (Q121b Spekholzerheide),
plokworst:
blokwôêsj (Q121b Spekholzerheide),
blok’woeësj (Q121b Spekholzerheide)
|
cervelaatworst [N 06 (1960)] || droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
| 18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjajreng’ (Q121b Spekholzerheide)
|
chagrijn
III-1-4
|
| 20821 |
chocolade |
chocolade:
sjokkelaad’ (Q121b Spekholzerheide)
|
chocolade
III-2-3
|
| 19943 |
chrysant |
catharinabloem:
katrie’nablom (Q121b Spekholzerheide)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.)
III-2-1
|
| 28224 |
cilinderglas |
glas:
glās (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|