25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
tsir⁄kel (Q121b Spekholzerheide),
krans:
krans (Q121b Spekholzerheide),
kreis (du.):
krais (Q121b Spekholzerheide),
ring:
rink (Q121b Spekholzerheide)
|
cirkel || ring
III-4-4
|
20793 |
citroen |
citroen:
tsietroeën (Q121b Spekholzerheide)
|
citroen
III-2-3
|
24406 |
cocon |
pop:
poop (Q121b Spekholzerheide),
vietmoppop:
vietmoppoop (Q121b Spekholzerheide)
|
cocon [DC 18 (1950)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
28397 |
cokes |
cokes:
cokes (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Eisden])
|
Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469]
II-5
|
31453 |
combinatietang |
combinatietang:
kǫmbināsitsaŋ (Q121b Spekholzerheide)
|
Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook afb. 149. [N 33, 166; N 64, 47c; monogr.]
II-11
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmūət (Q121b Spekholzerheide)
|
commode
III-2-1
|
27693 |
compressorhuis |
compressor:
kǫmprɛsǝr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Eisden])
|
Plaats waar de compressoren staan die worden gebruikt voor het samenpersen van lucht. Volgens de informant uit Q 21 lagen in dit gebouw compressoren die met gas werden aangedreven, vandaar de naam "gascentrale". [N 95, 22]
II-5
|
27629 |
controlepenning |
dagschichtmark:
dāxšextmark (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
mark:
mark (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
middagschichtmark:
medaxšextmark (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
nachtschichtmark:
nātšextmark (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits])
|
De metalen penning met het nummer van de ondergrondse arbeider. Aan de hand van de penning kon gecontroleerd worden welke mijnwerkers aanwezig waren. De meeste mijnen hadden een systeem waarbij voor iedere dienst een aparte penning werd gebruikt. Zo vermelden de invullers uit L 374, L 433 en Q 15 voor de Nederlandse staatsmijn Maurits dat men voor de nachtdienst een vierkante, voor de dagdienst een ronde en voor de middagdienst een driehoekige penning kende. Op de partikuliere mijnen in Nederland en in de Belgische mijnen werd een identiek systeem toegepast, waarbij alleen de vorm van de penning verschilde. De respondent uit Q 111 merkt op dat in de mijnen Oranje-Nassau I, II en IV bij ziekte de penning op het penningenbord werd bedekt met een ronde, groene penning. Bij drie achtereenvolgende dagen willekeurig verzuim ("bommelschicht") werd de penning afgedekt met een ronde, rode penning. Met een wit plaatje werd het nummer op het nummerbord bedekt als de penning na de dienst niet was ingeleverd. Uit de opmerkingen van de zegslieden uit L 417en L 422 voor respektievelijk de mijnen in Zwartberg, Waterschei en Eisden blijkt dat men daar de verschillende beroepsgroepen aan hun nummer kon herkennen. De opgave "kaartje" voor de mijn in Winterslag is een volksetymologische verbastering van het Wilhelminaalse catchèt. [N 95, 46; N 95, 45; Vwo 221; Vwo 252; Vwo 505; Vwo 547; monogr.]
II-5
|
28069 |
controleren door de opzichter |
bevaren:
bǝvārǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Het controleren door de opzichter van de schacht of de afdeling, zijnde de pijler met toe- en afvoerwegen. Het "voorvaren" geschiedde volgens de invuller uit Q 121 meestal op zondag. [N 95, 130; monogr.]
II-5
|
27656 |
controlerend geneesheer |
(de) controlerende:
kǫntrolērǝndǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De controlerende geneesheer die de mijnwerker al of niet genezen en gezond verklaarde. Volgens de informant van Q 113 gebeurde dit "gezond verklaren" nogal vlot. [N 95, 953]
II-5
|