30580 |
droge verfstoffen |
groenspaan:
jrø̄nšpān (Q121b Spekholzerheide),
loodwit:
luǝtwīs (Q121b Spekholzerheide)
|
De poedervormige, kleurgevende bestanddelen van een verf. In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal droge verfstoffen waarmee men vroeger zelf verf maakte, bijeengeplaatst. Rubriek A bevat algemene benamingen voor droge verfstoffen, terwijl onder B tot en met H de termen voor respectievelijk witte, gele, rode, blauwe, groene, bruine en zwarte verfstoffen zijn opgenomen. Droge verfstoffen werden in L 330 bewaard in 'laden' ('lājǝ'), 'trommels' ('trǫmǝls'), 'bussen' ('bø̜sǝ') en 'doosjes' ('dø̄skǝs'), in K 353 in 'vaatjes' ('v'tjǝs'), in Q 113 in 'blikken bussen' ('blekǝ bøs'), in L 328 in 'blikken bussen' ('blekǝ bø̜s'), in Q 121 in een 'blikken doos' ('blē̜xǝ duǝs'), in L 163 in 'tonnen' ('tonǝ'), in L 267 in 'tonnetjes' ('tø̜nkǝs') en 'houten kistjes' ('hǫwtǝ kesjǝs'), in Q 71 in 'houten bakjes' ('hōtǝn b'kskǝs'), in Q 203 in 'houten tonnetjes' ('hǭtǝ tønǝkǝs'), in Q 113 in 'houten tonnen' ('hōtǝ tǫnǝ'), in P 219 in een 'verfton' ('v'rǝftǫn'), en in L 414 in een 'papieren buil' ('papīrǝ bø̜jl'). [N 67, 1a; N 67, 1b; N 67, 2; N 67, 5-9; monogr.]
II-9
|
20507 |
dronkaard |
zuipbroer:
zoef’broor (Q121b Spekholzerheide),
zuiper:
züffer (Q121b Spekholzerheide)
|
drinkebroer
III-2-3
|
20635 |
dronken |
blauw:
Heë woar zoeë blauw, dat heë nit mieë óp de bee koeët sjtoa
blauw (Q121b Spekholzerheide)
|
dronken
III-2-3
|
19656 |
droogdoek, theedoek |
spoeldoek:
sjpeuldoch (Q121b Spekholzerheide)
|
Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)]
III-2-1
|
29718 |
droogplaats |
baan:
bān (Q121b Spekholzerheide)
|
Het gedeelte van de steenbakkerij waar de vormelingen werden omgeslagen om te drogen tot ze hanteerbaar waren. De droogplaats werd voor de campagne gëgd, zonodig met zand opgevuld en met een verzwaard raamwerk gesleept, zodanig dat het oppervlak naar de kanten licht afhelde. Vervolgens werd het geheel gewalst - Geuskens, pag. 97. Drie meter breedte van de baan werd in Q 17 een zats (zats) genoemd. Was zoɛn stuk volgelegd, dan werd de vormtafel verplaatst. Zie ook het lemma ɛomzettenɛ.' [N 98, 95; monogr.]
II-8
|
29739 |
droogschuur |
droogschop:
drȳǝxšǫp (Q121b Spekholzerheide)
|
Langwerpige en geheel gesloten overkapping met veel grotere afmetingen dan de haaghuizen waarin werd gehaagd of de gedroogde stenen dicht tegen elkaar werden opgeslagen als wintervoorraad voor de steenoven. [monogr.]
II-8
|
20554 |
drop |
lakrits:
lakrits’ (Q121b Spekholzerheide)
|
drop
III-2-3
|
20565 |
dropwater |
lakritswater:
lakrits’wasser (Q121b Spekholzerheide)
|
dropwater
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
naas (Q121b Spekholzerheide),
ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.
nās (Q121b Spekholzerheide, ...
Q121b Spekholzerheide)
|
nat [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
25132 |
druipnat |
zeikenat:
zekenaas⁄ (Q121b Spekholzerheide),
zie⁄fenaas (Q121b Spekholzerheide)
|
druipnat
III-4-4
|