e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

Gevonden: 2437
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droge verfstoffen groenspaan: jrø̄nšpān (Spekholzerheide), loodwit: luǝtwīs (Spekholzerheide) De poedervormige, kleurgevende bestanddelen van een verf. In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal droge verfstoffen waarmee men vroeger zelf verf maakte, bijeengeplaatst. Rubriek A bevat algemene benamingen voor droge verfstoffen, terwijl onder B tot en met H de termen voor respectievelijk witte, gele, rode, blauwe, groene, bruine en zwarte verfstoffen zijn opgenomen. Droge verfstoffen werden in L 330 bewaard in 'laden' ('lājǝ'), 'trommels' ('trǫmǝls'), 'bussen' ('bø̜sǝ') en 'doosjes' ('dø̄skǝs'), in K 353 in 'vaatjes' ('v'tjǝs'), in Q 113 in 'blikken bussen' ('blekǝ bøs'), in L 328 in 'blikken bussen' ('blekǝ bø̜s'), in Q 121 in een 'blikken doos' ('blē̜xǝ duǝs'), in L 163 in 'tonnen' ('tonǝ'), in L 267 in 'tonnetjes' ('tø̜nkǝs') en 'houten kistjes' ('hǫwtǝ kesjǝs'), in Q 71 in 'houten bakjes' ('hōtǝn b'kskǝs'), in Q 203 in 'houten tonnetjes' ('hǭtǝ tønǝkǝs'), in Q 113 in 'houten tonnen' ('hōtǝ tǫnǝ'), in P 219 in een 'verfton' ('v'rǝftǫn'), en in L 414 in een 'papieren buil' ('papīrǝ bø̜jl'). [N 67, 1a; N 67, 1b; N 67, 2; N 67, 5-9; monogr.] II-9
dronkaard zuipbroer: zoef’broor (Spekholzerheide), zuiper: züffer (Spekholzerheide) drinkebroer III-2-3
dronken blauw: Heë woar zoeë blauw, dat heë nit mieë óp de bee koeët sjtoa  blauw (Spekholzerheide) dronken III-2-3
droogdoek, theedoek spoeldoek: sjpeuldoch (Spekholzerheide) Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogplaats baan: bān (Spekholzerheide) Het gedeelte van de steenbakkerij waar de vormelingen werden omgeslagen om te drogen tot ze hanteerbaar waren. De droogplaats werd voor de campagne gëgd, zonodig met zand opgevuld en met een verzwaard raamwerk gesleept, zodanig dat het oppervlak naar de kanten licht afhelde. Vervolgens werd het geheel gewalst - Geuskens, pag. 97. Drie meter breedte van de baan werd in Q 17 een zats (zats) genoemd. Was zoɛn stuk volgelegd, dan werd de vormtafel verplaatst. Zie ook het lemma ɛomzettenɛ.' [N 98, 95; monogr.] II-8
droogschuur droogschop: drȳǝxšǫp (Spekholzerheide) Langwerpige en geheel gesloten overkapping met veel grotere afmetingen dan de haaghuizen waarin werd gehaagd of de gedroogde stenen dicht tegen elkaar werden opgeslagen als wintervoorraad voor de steenoven. [monogr.] II-8
drop lakrits: lakrits’ (Spekholzerheide) drop III-2-3
dropwater lakritswater: lakrits’wasser (Spekholzerheide) dropwater III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): naas (Spekholzerheide), ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  nās (Spekholzerheide, ... ) nat [DC 02 (1932)] III-4-4
druipnat zeikenat: zekenaas⁄ (Spekholzerheide), zie⁄fenaas (Spekholzerheide) druipnat III-4-4