31341 |
afschrijflat, rij |
richtlat:
rexlats (Q121b Spekholzerheide)
|
IJzeren of stalen lat waarlangs men rechte lijnen aftekent op het plaatmateriaal. De stalen rij wordt ook gebruikt voor het controleren van de vlakheid van materialen. Zie ook afb. 73. [N 33, 263; N 64, 84; N 66, 3]
II-11
|
27882 |
afslag |
hoop stenen:
hǭf štɛŋ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Hoop kool- of ertsbrokken, ontstaan door het schieten. [N 95, 451; N 95, 429; monogr.; Vwo 50]
II-5
|
29674 |
afstrijkboog |
pijl en boog:
pī̄lǝboǝx (Q121b Spekholzerheide)
|
Boog met draad waarmee de overtollige klei wordt afgestreken. Zie afb. 20 en het lemma ɛafsnijderɛ.' [N 98, 77; monogr.]
II-8
|
29673 |
afstrijker |
afstrijker:
āfštrī̄xǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Arbeider die de overtollige klei afstrijkt. [monogr.]
II-8
|
31344 |
aftekenmal |
mal:
mal (Q121b Spekholzerheide)
|
Het model waarmee de delen op het plaatijzer worden afgetekend die er later moeten worden uitgekapt. Een aftekenmal wordt gemaakt wanneer er veel stukken van gelijke vorm moeten worden vervaardigd. [N 33, 249]
II-11
|
33313 |
aftrekken (met de hand) |
plukken:
pløkǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c]
I-5
|
28379 |
afvoerband |
afvoerband:
āfvø̄rbaŋk (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Bandtransporteur voor de afvoer van de gewonnen kolen. Het woordtype "a.b." (L 265, Q 33) is een afkorting voor afvoerband. [N 95, 637; monogr.]
II-5
|
19701 |
afwas |
spoel:
špø̄l (Q121b Spekholzerheide)
|
afwas
III-2-1
|
19580 |
afwassen |
spoelen:
špø̄lə (Q121b Spekholzerheide)
|
spoelen, afwassen
III-2-1
|
19529 |
afwasteil, afwasbak |
spoelbak:
sjpeulbak (Q121b Spekholzerheide, ...
Q121b Spekholzerheide),
spoelkomp:
sjpeulkómp (Q121b Spekholzerheide),
špø̄lkomp (Q121b Spekholzerheide)
|
afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)]
III-2-1
|