31696 |
een boom omhakken |
vellen:
vɛlǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Een boom met behulp van een bijl omhakken. Zie ook het volgende lemma. [N 50, 10a; N 75, 113a; monogr.]
II-12
|
20941 |
een boterham smeren |
klenen:
kleëne (Q121b Spekholzerheide)
|
boterham (dik) smeren
III-2-3
|
28386 |
een brok steenkool |
een knab kool:
ɛŋǝ knap kǭl (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Een dikke brok steenkool. [N 95, 464; monogr.]
II-5
|
27836 |
een doorhouw maken |
ophouwen:
ophǫwǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Een doorhouw maken. Met de woordtypen "ophouwen" (Q 113, Q 121, Q 121c) en "ophouw maken" (Q 202) duidt men de aanleg van een doorhouw naar een hoger gelegen galerij aan, terwijl "afhouwen" wordt gebruikt voor het maken van een doorhouw naar een lager gelegen gang. [N 95, 175; N 95, 172; N 95, 383; monogr.]
II-5
|
19855 |
een huis huren |
mieten (d.):
mītə (Q121b Spekholzerheide)
|
huren
III-2-1
|
27755 |
een koollaag meten |
meten:
męjsǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Julia])
|
Diktebepaling van de kolenlaag door meting. [N 95, 190; N 95, 191]
II-5
|
27754 |
een koollaag verkennen |
(een laag) verkennen:
vǝrkɛnǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Wanneer men een koollaag heeft aangetroffen, dan moet deze verkend worden en de koolwinning worden voorbereid. Men gaat dan onderzoeken, hoe het verloop van de koollaag is. Hiertoe maakt men in de koollaag galerijen en doortochten. Hierdoor krijgt men nagenoeg een zuiver beeld van de koollaag. Men weet hoe haar helling is op ieder punt, men kent de dikte en men weet of er storingen in voorkomen. [N 95, 189; N 95, 191; N 95, 202]
II-5
|
27923 |
een kophout plaatsen |
(een kopstijl) zetten:
zɛtsǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Zolder])
|
Een voorlopige ondersteuning plaatsen tijdens de winning van een koollaag. Zie voor het object "kophout", "kopstijl" etc. het lemma Kophout. [N 95, 492; N 95, 291]
II-5
|
27800 |
een krijtstreep trekken |
schraam trekken:
šrǭm trɛkǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits])
|
De richting in een mijngang werd op de kap aangegeven door het maken van een ±1 cm brede krijtstreep. De plaats waar deze krijtstreep moest worden gemaakt, was aangegeven op de uitbouwschets. Belangrijk was dat de krijtstreep haaks op de voet van de kap werd aangebracht. Nooit mocht men kappen op het oog in de richting leggen (MBK II pag. 42). [N 95, 855]
II-5
|
28352 |
een motorgat maken |
de motor instokken:
dǝr mōtǝr enštǫkǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Een gleuf in de vloer of in de wand van een mijngang maken die groot genoeg is om er de motor van een schudgoot in te kunnen plaatsen; bij uitbreiding ook het plaatsen van de schudgootmotor in de betreffende gleuf. Zie ook het lemma Gleuf Voor Schudgootmotor. [N 95, 628]
II-5
|